persbericht
Hilverbeek
Afgelopen week verschenen er een drietal brieven op de Wijdemeerse Webkrant en in het Wijdemeerse Weekblad naar aanleiding van de werkzaamheden die Natuurmonumenten uitvoert op Hilverbeek, een van de ’s-Gravelandse Buitenplaatsen. De briefschrijvers uiten hun zorg over de bomen die tijdens de werkzaamheden gekapt worden.
Natuurmonumenten begrijpt heel goed dat mensen schrikken als er bomen gekapt worden. Maar dit doen we met de overtuiging dat het juist een beter leefklimaat voor meer soorten oplevert. Als je in een bos niet zo nu en dan een dunning uitvoert krijg je een heel monotoon bos: een bos met één enkele boomsoort, in het geval van Hilverbeek voornamelijk beuk. En onder beuken groeit vrijwel niks omdat beuken bijna al het zonlicht wegnemen. Door bomen weg te halen creëer je lichtinval op de bodem, waardoor andere planten en bomen zich kunnen ontwikkelen. Hierdoor voelen diverse dieren (van insecten tot reeën) zich er prettig en kunnen er genoeg voedsel vinden. Zo ontstaat er een divers bos, waar veel soorten zich thuis voelen. Reeën bijvoorbeeld eten graag van struikgewas en knoppen van jonge bomen, maar ze hebben ook dekking nodig zodat ze zich kunnen verstoppen (laag struikgewas in het bos).
We voeren dus bosdunning uit om een zo aantrekkelijk mogelijk leefklimaat te creëren voor zoveel mogelijk flora en fauna. Door bossen te dunnen creëer je aan de ene kant meer licht op de bosbodem waardoor jonge bomen kunnen groeien, aan de andere kant geven we op deze manier aanwezige bomen meer groeiruimte.
Cultuurhistorie
Omdat de buitenplaatsen parken zijn, aangelegd in de 18e eeuw door de toenmalige landeigenaren, vindt Natuurmonumenten het ook belangrijk om aandacht te besteden aan cultuurhistorie en deze in stand te houden. Dit proberen we zo goed mogelijk samen te laten gaan met natuur. De buitenplaatsen zijn een geliefd recreatiegebied waar veel mensen genieten van cultuur en natuur. Daarom houden we met verschillende aspecten rekening.
Je ziet dit ook terug in ons natuurbeheer. Zo is Boekesteyn grotendeels ingericht voor recreatie en cultuurbeleving. Daarentegen hebben we grote delen van Schaep en Burgh en Bantam met rust gelaten, zodat de natuur hier haar eigen gang kan gaan. Ook hebben we vorig jaar het eiland van Bantam opnieuw ingericht. Vanuit cultuurhistorische overweging hebben we de contouren van de waterpartij zichtbaar gemaakt. Maar op het eiland zelf hebben we een bosdunning uitgevoerd en daarna voor publiek afgesloten. Zo hebben diverse dieren zoals ree, das en marterachtigen een eigen afgesloten rustgebied. Zo bekijken we elke buitenplaats op zich.
Natuurbehoud kost veel inspanning en Natuurmonumenten doet haar uiterste best om het beste voor cultuur en natuur op de buitenplaatsen te realiseren. Mocht u vragen hebben over ons beheer dan kunt u daarvoor altijd contact met mij opnemen op 06-12716773.
Hanne Tersmette, boswachter Natuurmonumenten Gooi en Vechtstreek. |