Vanmorgen presenteerde Pieter Winsemius zijn eindrapport over de bestuurlijke en organisatorische toekomst van de Gooi en Vechtstreek in het gewestkantoor in Bussum.
Hij opent zijn rapport met de mededeling dat het dagelijks bestuur van het gewest Gooi en Vechstreek hem op 14 december vezocht om te onderzoeken hoe de Gooi en Vechtstreek zich zou moeten organiseren om in de toekomst mee te kunnen praten over de eigen omgeving. De opdracht werd dus niet onderhands door Pieter Broetjes aan hem verstrekt, zoals indertijd in de G&E en in de WWK werd geschreven, waardoor de Huizer politiek op zijn kop stond.
De Gooi en Vechtstreek werd in de gesprekken met hem door zijn gesprekspartners vaak omschreven als een plezierig reservaat of een paradijs. Winsemius herkende de problemen van een reservaat. "Je zet er een hek omheen en je laat niemand toe. Intussen verlies je echter de aansluiting met de wereld om je heen en raak je op achterstand." :aldus Winsemius.
Winsemius schetste de problemen die deze regio heeft. Negen gemeenten, veel natuur en landbouw doorsneden door spoor, snelwegen en twee provinciale wegen (N201 en N236) die qua belang een rijksweg naderen. En dan ook nog ingeklemd tussen Amsterdam, Allmere, Amersfoort en Utrecht, de Grote Buren. Vanwege de "bestuurlijke drukte" en het onderlinge wantrouwen tussen de gemeenten is er niemand die het voortouw neemt in het denken over de toekomst. Bovendien heeft niemand in de regio het gewicht van een burgemeester van Amsterdam, Utrecht of Amersfoort waarmee hij of zij direct toegang krijgt tot grote spelers als bijv. de ministers, de NS, Prorail of Rijkswaterstaat. Het gevolg is een zwakke belangenbehartiging van de regio. Er wordt over ons beslist, maar niet met ons. Dat leidt tot gemiste kansen.
Saskia Luijer (rechts) stelt scherp op Pieter Winsemius (links).
Naast haar Rik Jungmann.
Achter de tafel Pieter Winsemius, Frank Ratelband en Pieter Broertjes.
Winsemius noemde als voorbeeld de discussie over de aanleg van de A6/A9 naar Almere. Die weg zou langs het Naardermeer gaan en enkele regiogemeenten doorsnijden. Hij was voorzitter van dat bestuurlijk overleg. De kleine regiogemeenten waren daarin niet vertegenwoordigd. Zij moesten er met de haren worden bijgesleept in een "schaduwoverleg".
De benoeming van een regionale portefeuillehouder met een verregaand mandaat op een bepaald onderwerp en een kleine staf ter ondersteuning kan een eerste stap zijn naar de oplossing van deze Gooise onzichtbaarheid. Die portefeuillehouder moet volgens Winsemius één van de burgemeesters van de grote gemeenten uit de regio zijn.
Pieter Winsemius biedt zijn rapport aan aan gewestvoorzitter Pieter Broertjes.
|
G&E.
WWK en WWW/De Brug.
|
Speerpunten
Omdat de regiogemeenten nu uitblinken door afwezigheid tijdens cruciale besluitvormingstrajecten (grootschalige infrastructuur) en overleg met de Grote Buren moeten zij een gezamenlijk vuist maken. Op de terreinen sociale zaken, ruimtelijke ordening en regionaal economisch beleid moet de bovengemeentelijke regie en samenwerking versterkt worden.
Het is onontkoombaar dat er opgeschaald wordt. (Ander woord voor fusies, herindelingen.) Een aantal gemeenten is te klein en daardoor te kwetsbaar voor de taken waar zij voor staan. Winsemius noemt hier Muiden, Naarden en Weesp. Waarbij bijv. Muiden met 48 ambtenaren te maken heeft met de verbreding van de A1, de bouw van een aquaduct, de ontwikkeling van de Bloemendalerpolder en de miljoenenclaim over het KNSF terrein. "Onmogelijk dat Muiden dat in zijn eentje kan behandelen.": aldus Winsemius.
Gemeenten proberen herindeling te voorkomen door taken (bijv. de sociale dienst) uit te besteden, aan grotere buurgemeenten. Daarmee creëeren zij wel een probleem. Een deel van hun begroting wordt linea recta doorgesluisd naar de uitvoeringsorganisatie. Formeel gaat de eigen gemeenteraad er nog over, de facto maakt de uitvoerende gemeente uit wat er gebeurt. Alle gemeenten in de regio betalen circa 10% van hun begroting aan andere partijen en samenwerkingsverbanden. Als er taken uitbesteed worden aan buurgemeenten, dan komt daar nog een procent of 7 bovenop. 17% waar de gemeenteraad geen echte zeggenschap meer over heeft, maar wel op wordt aangesproken.
Frisse tegenzin
"Binnen de Gooi en Vechtstreek bestaat frisse tegenzin met betrekking tot fusie." :schrijft Winsemius. In dat kader werd hij in zijn gesprekken regelmatig gewaarschuwd voor de lokale partijen die niets van fusie moeten hebben en dat in combinatie met de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar maart.
Uit het rapport:
"De problematiek van de kleinere gemeenten legt een zware maatschappelijke
verantwoordelijkheid bij de drie grote gemeenten: Bussum, Hilversum en Huizen. Voor
Muiden, Naarden en Weesp is samenwerking geen alternatief voor herindeling. Zij moeten
per direct op zoek naar een of meer fusiepartner(s) en hebben daarbij aan elkaar niet genoeg.
Voor Blaricum, Eemnes, Laren en ook Wijdemeren is samenwerking een middel om
herindeling uit te stellen maar is herindeling op termijn onontkoombaar. Zij moeten daarom
op zoek naar een of meer fusiepartner(s) en hebben daarbij aan elkaar noch aan de andere
kleine gemeenten genoeg. Bij afwezigheid van toekomstbestendige alternatieven dienen
Bussum, Hilversum en Huizen zich daarom aan te bieden als fusiepartner. In het kader van
mijn rondgang kwamen vele opties aan de orde. Een aantal daarvan lijkt binnen bereik –
denk aan de BEL-combinatie en Bussum/Naarden."
Vechtstreekcombinatie
Volgens Winsemius zou Muiden moeten aansluiten bij de gesprekken tussen Stichtse Vecht, Wijdemeren en Weesp. Als nadeel van deze samenwerking, die tot een fusie moet leiden, ziet Winsemius het ontbreken van typische centrumvoorzieningen als een ziekenhuis, roc, cultuur. Voor Wijdemeren ziet hij als alternatief een aansluiting bij Hilversum.
Gooicombinatie
Veel lastiger is het bestuurlijke samenwerken of -gaan op het zand, Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Naarden en Laren. Met name bij Huizen en Bussum heerst grote twijfel over de noodzaak om op te schalen. Winsemius doet een dringend beroep op Huizen en Naarden/Bussum om over de eigen schaduw heen te stappen en te fuseren. De BEL-gemeenten kunnen dan kiezen. Bij de fusiegemeente, of bij Hilversum.
De bijeenkomsten
In het traject hield Winsemius drie bijeenkomsten met betrokken burgers en belangenbehartigers, met ambtenaren en met bestuurders en politici. Tijdens die bijeenkomsten bleek dat de burgers ver wilden gaan in de samenwerking omdat zij de noodzaak zagen. De ambtenaren wilden ook wel ver gaan, maar twijfelden sterk of de bestuurders en politici wel daadkrachtig genoeg waren om dat soort besluiten te (durven) nemen. De bestuurders en politici tenslotte vertoonden zeer weinig welwillendheid om verregaande stappen te nemen. Volgens Winsemius "omdat zij wellicht het contact met de achterban enigszins kwijt zijn". De houding van de bestuurders en politici voorspelt niet veel goeds voor de daadkracht waarmee de noodzakelijke besluiten genomen worden. (Meestribbelaars, gezellig meepolderen, maar niets doen.) Van de provincie en het rijk is niet te verwachten dat die gaan ingrijpen in de regio denkt Winsemius, dus een stok achter de deur is er niet.
De vijand
Er waren veel lokale bladen en de Gooi en Eemlander met twee man. Voor de WieWatWaar/De Brug was Saskia Luijer aanwezig. Een journalist van een lokaal blad uit Huizen haalde aan dat er in Huizen veel commotie in de Huizense politiek ontstond toen bekend werd dat Pieter Winsemius zijn onderzoek zou gaan uitvoeren in opdracht van Pieter Broertjes. "Huizen trekt ten strijde tegen de vijand." :zo verklaarde zij. Winsemius vroeg minzaam wie die vijand dan wel was. "Dat is meneer Broertjes!" : antwoordde zij, terwijl zij de beschuldigende vinger naar Broertjes uit stak. Pieter Broertjes reageerde met de mededeling dat Huizen zijn eigen vijand creëert, maar dat er geen vijand bestaat. "Lees mijn redevoering en die van Fons Hertog er maar op na." :aldus Broertjes.
Slotwoord uit het rapport
"De bestuurlijke uitdaging waarvoor de gemeenten binnen Gooi en Vechtstreek zich gesteld
zien, is groot en urgent. De speerpunten, die hun gezamenlijke agenda domineren, behoeven
een spoedig antwoord. De tijd voor bestuurlijk ‘gedoe’ is voorbij, de komende periode moet in
het belang van alle inwoners van Gooi en Vechtstreek worden gespeeld voor het ‘echie’.
Indien de interactieve – het zij nog maar eens toegegeven: niet-representatieve –
bijeenkomst met de ambtenaren een indicatie biedt, dan zijn ook de ambtenaren sceptisch
over de collectieve besluitvaardigheid. Met name de grote gemeenten – Bussum, Hilversum
en Huizen – dienen boven zichzelf uit te stijgen en hun kleinere buurgemeenten de hand te
reiken. Tegelijk dienen de volksvertegenwoordigers ook in de kleinere gemeenten te beseffen
dat ze op dit moment belangrijke kansen laten liggen voor hun bewoners. Een betere
samenwerking op de aangegeven speerpunten kan daartoe een belangrijke bijdrage leveren."
Gewest en gemeenten aan zet
Pieter Broertjes, optredend als gewestvoorzitter, deelde het gevoel van urgentie van Winsemius. In juni gaat het gewestbestuur het rapport bespreken, waarna de colleges en gemeenteraden er voor 1 oktober een reactie op zullen geven.
Het rapport van Pieter Winsemius (PDF, 0,3 mB) |