persbericht
Wijdemeren krijgt ongelijk van RvS
De Raad van State stelt de gemeente Wijdemeren opnieuw in het ongelijk. De vereniging de Groene Meren behaalt zijn overwinning na een gevecht van 4 jaar.
Bewoners van de Willibrorduslaan in Kerkelanden hebben zich verenigd in belangenvereniging “De Groene Meren”. De vereniging heeft zich met succes verzet tegen de bouw van 2 woningen en het plaatsen van volkstuinen op het voormalige Tomin terrein gelegen aan de ’s Gravelandsevaartweg 9 te Loosdrecht.
De eerste plannen om het bestemmingsplan Loosdrecht landelijk gebied noordoost opnieuw te beschrijven dateert van 2001. Maar pas in het najaar van 2005 start het voorontwerpbestemmingsplan. Op 11 april 2006 is het voorontwerpbestemmingsplan door de commissie Ruimte en Economie vrijgegeven. Een ieder kan dan gedurende zes weken zijn of haar visie op het plan geven. Daarna is er mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen bij de raad, bedenkingen bij Gedeputeerde Staten en beroep bij de Raad van State.
Gedurende het proces wordt duidelijk dat de gemeente geen zuiver spel speelt. De wethouders hebben een eigen agenda, lichten de raad niet zuiver voor en proberen op allerlei manieren de vereniging De Groene Meren buiten spel te zetten. De plannen wijzigen gedurende het proces. Woningbouw is eerst niet mogelijk als de plannen getoetst worden aan de bestaande wetten. Later denkt de gemeente dit wel te kunnen realiseren omdat de wet Ruimte-voor-Ruimte regeling geïntroduceerd wordt.
Bij de gemeente lukt het de vereniging De Groene Meren niet om in gesprek te komen. Bij de provincie worden ze uit de procedure gegooid omdat ze te laat zouden zijn met het indienen van de bedenkingen. Als De Groene Meren via een aparte procedure de onrechtmatigheid aan de orde stelt krijgen ze gelijk. De provincie wordt veroordeeld maar helaas de beslissing is genomen dus rest alleen nog de gang naar de Raad van State.
De provincie Noord-Holland probeert de bedenkingen van de vereniging niet ontvankelijk te laten verklaren bij de Raad van State omdat deze niet tijdig zijn ingediend. Dit terwijl de provincie Noord-Holland hiervoor al eerder door haar eigen bezwaarcommissie in het ongelijk gesteld was. Ook de Raad van State stelt de vereniging hierin in het gelijk.
Het juridisch spel wordt nog schimmiger als de provincie stelt dat niet de Ruimte-voor-Ruimte regeling van toepassing is maar het streekplan. Robert Fiolet voorzitter van De Groene Meren zegt hierover: “Je raakt de weg kwijt als burger in het juridisch geweld dat door de overheid van stal wordt gehaald. Als burger sta je er alleen voor tegen een hele batterij juristen die betaald hun kunstje doen. Het kost ontzettend veel tijd en doorzettingsvermogen om niet af te haken. Waar halen ze het soms allemaal vandaan?”
Een raadslid van de gemeente Wijdemeren zegt het heel simpel: “Jullie zijn vanaf het begin niet netjes behandeld, jullie werden behandeld als tegenstanders in plaats van belanghebbende. Jammer dat het moest duren tot aan de Raad van State”.
De Raad van State komt in haar oordeel tot de conclusie dat de Ruimte-voor-Ruimte regeling wel degelijk van toepassing is en dat de gemeente en de provincie de regels op geen enkele manier juist hebben toegepast. Er is niet gezocht naar een compensatielocatie, er is geen financiële onderbouwing van het plan gemaakt, geen exploitatieopzet getoond, geen overeenkomst opgesteld van wederzijdse verplichtingen en geen beeldkwaliteitsplan overlegd.
Ook over de plaatsing van volkstuinen is de Raad van State duidelijk. De enkele opmerking van de gemeente ter zitting dat enkele malen per jaar telefonisch naar volkstuinen wordt geïnformeerd kan niet gelden als onderbouwing van de behoefte aan volkstuinen, nu het gemeentebestuur dit niet heeft bijgehouden en de behoefte evenmin anderszins heeft onderzocht. Fiolet hierover: “Dit is zo’n duidelijk voorbeeld hoe gemakkelijk de gemeente omgaat met de belangen van burgers. Een loze kreet in de raad “er is behoefte aan volkstuinen” resulteert in een omgekeerde bewijslast die niet zo makkelijk te leveren is. De gemeente kon ons geen lijst met telefoonnummers of adressen van volkstuinenverenigingen verstrekken. Alleen dit al kostte ons dagen werk, rondrijden telefoonnummers noteren navragen, meneer weet u nog een vereniging etc. en waarom? “
Vijf jaar en een 75 centimeter hoog dossier verder is de uitspraak duidelijk geen woningen geen volkstuinen. Fiolet hierover:” laten we snel om tafel gaan om te kijken hoe verder”. |