ingezonden brief
Bestuurskrachtmeting - een ondermaats rapport
Ik zou het helemaal niet erg vinden als Wijdemeren zou fuseren met één of meer andere gemeenten. Wijdemeren is met z’n verschillende kernen een samengeraapt zootje waarin qua bevolkingssamenstelling en historische ontwikkeling weinig gemeenschappelijks te ontdekken valt. Van een gedeelde eigen identiteit is geen sprake, en het befaamde Wijdemerengevoel waar onze eerste burgemeester Don Bijl ooit van repte, is nooit tot stand gekomen. Maar ik zou het vervelend vinden als we zouden fuseren op basis van de conclusies van zo’n ondermaats rapport als de bestuurskrachtmeting van Deloitte.
Mijn grootste bezwaar is dat het niet wetenschappelijk is. Weliswaar zijn er diverse bijlagen die achtergrondinformatie geven over geraadpleegde personen en databronnen, maar die informatie is uiterst mager. Daardoor zijn veel beweringen ook niet te checken, een doodzonde voor een wetenschappelijk rapport.
Drie perspectieven
Het onderzoek heeft plaatsgevonden vanuit drie perspectieven: het zelfbeeld van de colleges van B&W, het omgevingsbeeld en een professioneel beeld. Het zelfbeeld geeft aan wat de colleges zelf vinden. Het omgevingsbeeld laat zien wat een aantal instellingen in de gemeente vinden. Het professionele beeld tenslotte geeft de opvatting van onderzoeksbureau Deloitte zelf.
Het zelfbeeld is het beeld van het huidige college van B&W. Je zou verwachten dat de inzichten van de gemeenteraad ook niet onbelangrijk zijn voor een goed zelfbeeld. Niets daarvan. Raadsleden is niets gevraagd. En wat B&W betreft, dat zelfbeeld zou een paar jaar geleden waarschijnlijk geheel anders geweest zijn. In de vorige bestuursperiode was er een ander college, met wethouders uit partijen die (nu althans) fel tegen een fusie zijn en die bovendien vonden dat we best toe konden met minder ambtenaren.
Het omgevingsbeeld is gebaseerd op erg weinig respondenten. Bovendien is het merkwaardig dat twee daarvan, de verzorgingsinstellingen Inovum en Amaris, kennelijk niet zo positief waren, terwijl onze gemeente juist in deze periode heeft laten zien de extra taken waarmee men bij de omvangrijke Wmo-veranderingen opgezadeld werd, beter dan veel andere gemeenten te kunnen uitvoeren. Een andere respondent, de Ondernemersvereniging, ervaarde de samenwerking als stroef, onder verwijzing naar de problemen met het dorpscentrum Oud Loosdrecht. Een gotspe want juist daar heeft de gemeente van alles geprobeerd tot stand te brengen, met frisse tegenwerking van de ondernemers.
Het “professionele beeld”, d.w.z. wat Deloitte vindt, kan natuurlijk niet ingaan tegen het zelfbeeld van het college. Stel je voor: B&W zeggen dat Wijdemeren de taken niet aankan. Wie is Deloitte dan om te zeggen: “Niet zo negatief, beste mensen…. jullie kunnen het best wel. Als je maar wilt. Heus…” Zelfbeeld en professioneel beeld zijn gewoon niet onafhankelijk van elkaar.
Meningen
Het rapport is gebaseerd op meningen. Er zijn vrijwel geen harde gegevens. Niet alleen dat. Het hele rapport is doordrenkt van subjectiviteit. Er is een begeleidingscommisie die bestaat uit vertegenwoordigers van B&W in de regio, aangevuld met de gedeputeerde van Noord-Holland. Van de gedeputeerde is bekend dat hij een bepaalde uitkomst wil. De begeleidingsgroep begeleidt en becommentarieert o.a. de meningen van zichzelf. Hoe onafhankelijk kan zo’n commissie zijn? Een voorbeeld: als burgemeester Smit van Wijdemeren in zo’n commissie zegt: “Ik wil me niet uitspreken over andere gemeenten, maar wat betreft Wijdemeren moet ik helaas constateren dat DeLoitte gelijk heeft inzake de bestuurskracht”, wie van zijn collega’s zal dan zeggen: “Welnee, beste Martijn. Dat zie je helemaal verkeerd. Jullie kunnen het best wel. Als je maar wilt. Heus…”
Voorbeelden
Het rapport van Deloitte noemt af en toe voorbeelden van wat de gemeente niet aan kan. Voor Wijdemeren o.a. de Loosdrechtse Plassen. “Het ontbreekt in de gemeente aan capaciteit en de middelen voor deze grote opgave”. Maar Egbert Lambers signaleert terecht dat het beheer van de Loosdrechtse Plassen niet de verantwoordelijkheid van de gemeente is, maar van het Plassenschap.
Even dom is de keuze van de dossiers die zouden moeten aangeven dat de regio Gooi en Vecht niet goed samenwerkt. Men kiest daarvoor de Regionale Woonvisie en het onderzoek Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT-onderzoek), projecten waar men nog nauwelijks mee gestart is. Men had, zoals Christian Zierleyn (fractievoorz. D66 Weesp red. WWK) stelt , het project Sociaal Domein moeten kiezen, een zeer grote opgave die wat Wijdemeren betreft in samenwerking met andere Vechtgemeenten op voorbeeldige wijze is opgepakt.
Conclusie
We zijn weer terug bij af. De bestuurskrachtmeting waar zo naar uitgezien werd, blijkt niet meer te zijn dan een verzameling meningen, met een uitkomst die te voorspellen was. Misschien moeten we nu gewoon een (politieke) keuze maken: wel of niet fuseren. Ik neig er toe om met Hilversum samen te gaan. Dan betalen we straks een paar honderd euro minder aan gemeentelijke belastingen. Ik hoop dat dit element opgenomen is in de komende enquête: “Hoeveel bent u bereid extra te blijven betalen als we NIET met Hilversum fuseren?” Ik heb het gevoel dat er ineens een grote meerderheid vóór fusie met Hilversum zal zijn, als mensen de verschillen in woonlasten zien.
Cor Koster
Nederhorst den Berg
|