ingezonden brief
Overlast
Op de laatste raadsvergadering is uitvoerig gesproken over de Shetlanderij waarvan ik eigenaar ben. Men had er duidelijk sympathie voor, maar vond dat de Shetlanderij niet past op de plek waar ik al jaren mijn bedrijf uitoefen. Men baseerde zich daarbij met name op klachten van omwonenden.
Ik vraag me af hoe een ondernemer zich kan weren tegen klachten die vaak nergens op gebaseerd zijn. Men beweert in een ingezonden brief van 21 mei 2015 dat mijn bedrijf niet past in het Stergebied. Het Stergebied is nota bene een plek waar agrariërs al eeuwen lang hun boerderijen gehad hebben. En dan zou dat nu niet meer passen?
Men zegt dat er sprake is van privacyschending, alsof mijn shetlanders of de kinderen die er op rijden door de ruiten van huizen in de buurt zouden gluren. Er zou parkeeroverlast zijn; onzin, want kinderen komen meestal op de fiets of worden door hun ouders gedropt. Er is, zegt men, “stof-, geur- en geluidsoverlast” zonder dat dat ooit aangetoond is. Als het droog is, waait er zand, maar niet alleen van de Shetlanderij. Geuroverlast kan er nauwelijks zijn want ik sla geen mest op; de pony’s lopen het hele jaar buiten, op 8,5 ha. Eventuele geuroverlast komt van plekken waar mest in de grond geïnjecteerd wordt. Geluidoverlast? Van kinderen die het naar hun zin hebben? Die hoor je nu eenmaal. Ja, en?
Onlangs schreef Cor Koster een stukje over mensen die voortdurend klagen over hun omgeving, ook als ze ergens zijn komen wonen waar ze hadden kunnen weten dat er bepaalde activiteiten zijn. Wonen in een landelijke omgeving betekent ook dat je landelijke geluiden voor lief moet nemen. En niet moet proberen het een agrariër onmogelijk te maken zijn/haar brood te verdienen.
Ineke de Groot |