In de Zijlijn
In Binnenlands Bestuur stond een stuk over samenwerking van gemeenten en de rol van de gemeenteraad. Er staat dat de raad zich niet de kaas van het brood moet laten eten.
Op 16 december stond er in Binnenlands Bestuur een stuk over een advies dat de Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) uitbracht aan minister Plasterk. De strekking van dat advies is dat gemeenteraden stevig moeten opereren om hun rol in regionale samenwerkingen, maar ook in besluitvorming van de provincie te behouden. Doen ze dat niet, dan rest, kort door de bocht, op termijn niets anders dan herindeling om gezamenlijk onder één bestuur van het grotere geheel te komen.
Enige teksten uit het stuk:
Raadsleden moeten hun rol opeisen bij regionale samenwerking. Gebeurt er niets, dan zal het onbehagen over de gemeentelijke samenwerkingsverbanden slechts toenemen.
Dat stelt de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) in zijn advies Wisselwerking. Naar een betere wisselwerking tussen gemeenteraden en de bovengemeentelijke samenwerking. ‘Bovendien is het vanuit democratisch oogpunt moeilijk verteerbaar dat over zaken die van belang zijn voor afzonderlijke gemeenten wordt besloten op regionaal niveau, zonder dat kaderstelling en verantwoording goed zijn geregeld.’
Gemeentelijke samenwerking is nodig en, zonder gemeentelijke herindeling, noodzakelijk. Bij regionale samenwerking geven gemeenten echter een deel van hun zeggenschap op voor een gemeenschappelijk doel. Dat staat op gespannen voet met de wens van gemeenteraden om sturing te houden op wat er op afstand gebeurt. ‘Gegeven dat samenwerking blijft en belangrijker wordt, zullen gemeenteraden zich zelfbewust moeten bemoeien met samenwerkingsverbanden’, aldus het advies. Maar niet alleen de gemeenteraad moet aan de bak. Ook de griffie, het college, het bestuur van de samenwerkingsverbanden, de provincie en BZK moeten de handen uit de mouwen steken. De positie van de gemeenteraad is echter wel cruciaal, erkent Rob-voorzitter Jacques Wallage. Als die zijn rol niet opeist, hoeven de andere spelers ook niet in actie te komen.
De afgelopen periode hebben we in Wijdemeren enkele malen dat gapende democratische gat gezien, waarin de raad een voorstel werd voorgelegd dat al in de regio of in SWW was besloten en dichtgetimmerd. In die gevallen protesteerde de oppositie en pruttelde de coalitie soms, soms ook niet.
Brandweer BV
Ik denk hierbij aan de discussie over de oefenfaciliteiten voor de brandweer op Crailo waarvoor een BV wordt opgericht waarvan de regioagemeenten aandeelhouder worden. Enkele raadsfracties zetten hier grote vraagtekens bij andere fracties waren mordicus tegen. Het argument van de portefeuillehouder, burgemeester Martijn Smit, om dat besluit toch maar te nemen was dat alle andere vertegenwoordigers in de veiligheidsregio nu eenmaal al besloten hadden om het zo te doen. Een weg terug was er daarom niet volgens hem, om niet in een soort eindeloos besluitvormingstraject te komen als iedere gemeente eigen afwegingen maakte, die dan in alle andere gemeenteraden weer besproken moesten worden.
Dus boog de coalitie met enige weerzin het moede hoofd.
HHT werkverschaffing
Een andere discussie was nog merkwaardiger. Die ging over heel veel geld (zes ton) dat Wijdemeren van het rijk kreeg om te besteden aan huishoudelijke hulp (HHT). In de regio was afgesproken dat dat geld door alle gemeenten ingeleverd zou worden bij de regio, die er vervolgens een soort werkverschaffing voor huishoudelijke hulp mee ging financieren. Het voorstel stuitte op grote kritiek in de hele raad, ik laat even in het midden hoe de discussie liep. Maar ook hier bleek, het was nu eenmaal zo afgesproken in de regio, dus de raad had het nakijken en nam met grote weerzien toch het door het college gewenste besluit.
In beide situaties werd de raad overvallen door besluiten die elders genomen waren, zoals bijv. ook met de komst van een volgende kliko voor PMD afval. Zonder dat de democratisch gekozen raadsleden in de hele regio er wat van konden vinden. Althans, de raad vond zelf dat ze er niets meer van kon vinden. In de brandweeroefenings BV discussie zei burgemeester Martijn Smit op zeker moment dat de raad maar tegen moest stemmen als ze dat echt vond, hoewel hij dat sterk ontraadde. De raad durfde het in meerderheid niet aan en koos eieren voor zijn geld.
Omdat de druk om samen te werken of te herindelen zo groot is geworden, mede door het heilloze idee om het sociale domein te decentraliseren, begint dit bestuurlijke probleem kennelijk op veel plaatsen te knellen. Het ondermijnt ook de positie van de raad als hoogste orgaan in de gemeente. Als er andere gremia zijn waar besluiten worden genomen waar de raad niets meer over te zeggen heeft, dan wel niets over wil zeggen, dan zal de burger dat steeds duidelijker gaan zien en kalft het geloof in de raad als bestuurslaag af. Het wachten is op de burger die bij de inspraak zegt: "Ach waar heeft u het over, u gaat daar helemaal niet meer over. Dat beslist de regio wel! Ik ga daar wel naar toe." Alleen is dan de vraag waar hij heen moet...?
Dus gemeenteraden denk na over uw toekomst. Alleen stevig positie kiezen in samenwerkingsverbanden helpt als u niet wilt herindelen. Doet u of kunt u dat niet, dan is herindeling in plaats van samenwerking de enige eindoplossing. En misschien is dat laatste dan wel beter ook.
Rik Jungmann |