Wijdemeren en IJs
Die week begon het te vriezen. ‘s Nachts begon de thermometer op -10 maar al gauw kwamen er een paar min graden bij. Ook overdag bleef het kwik flink onder nul, er stond een matige oostenwind, de lucht was blauw en de zon straalde. In Wijdemeren beseften ze dat er actie moest worden ondernomen. De Ijsclubs riepen hun vrijwilligers op, de schuren werden ontsloten, het materiaal in gereedheid gebracht.
Het bleef vriezen. Al gauw was het ijs overal begaanbaar. Eindelijk liet de winter zich weer eens van zijn beste kant zien. Het zou een schitterende ijszondag worden.
Ze kwamen overal vandaan. Met duizenden tegelijk. Een bonte stoet van liefhebbers. Ze vormden een kleurig schouwspel met hun mutsen, hun dassen, hun jacks. De weilanden als tijdelijke parkeerplekken raakten vol en de bermen namen het over. De schaatsers zwermden uit over de ijsbanen, de brede sloten, de wijde plassen van Loosdrecht, Ankeveen, en Kortenhoef. Vriendschappen werden aangehaald, prille liefdes ontstonden, je kwam in de polders op plekken waar je nog nooit was geweest, hier en daar werd een enkel verzwikt of een pols gebroken.
Toen de rust was weergekeerd haalde Wijdemeren opgelucht adem. Het was gelukt. Het was goed gegaan. Dank zij alle belangeloze medewerking was het een zondag geworden om nooit te vergeten. De koek en zopies hadden goed verkocht , de kassa’s van de ijsclubs voortdurend gerinkeld. De Ankeveense ijsclub, onbetwist centrum van bevroren Wijdemeren had zijn doelstelling waargemaakt . “Naast het feest van het organiseren is er bij het bestuur ook de voortdurende zorg om de vele tienduizenden schaatsers op een gastvrije maar verantwoorde wijze te begeleiden door het schitterende Ankeveense plassen gebied”, zo staat het in “Ankeveen, een beeld van een dorp”.
Er werden die week nog wedstrijden gereden van nationale allure en de verlichte ijsbanen bleven 's avonds lang open, maar de werkelijke krachtmeting was voor al die vrijwilligers die zondag geweest.
Wijdemeren had op overtuigende wijze zijn kracht getoond.
Wijdemeren in winterwonderland.
Cor ten Hoef |