ingezonden bericht

Titaantjes

De verhalen van Nescio zijn nog steeds een genot om te lezen. Hij schreef vaak over onze regio, zoals in het korte verhaal ‘Dit jaar’: “Dit jaar kom ik nog al eens weer in Kortenhoef en sta dan op ’t kerkhofje, opzij van de kerk en kijk over ’t land naar den rand van het Gooi en den toren van Hilversum. Een laatste klaproosje ging verleden week heen en weer op een zuchtje wind. In ’t kromme pereboompje kregen de peertjes al wat kleur. Het is dan weer het begin van de eeuw. Het leven heeft mij, Goddank, bijna niets geleerd.”

Bekender is zijn ‘Titaantjes’, waarin vijf jonge jongens hun eigen idealen nastreven, die ze natuurlijk niet bereiken. Ze dachten veel na, over God, over het op- en ondergaan van de zon, over de maatschappij. Ze vonden dat mensen zich over teveel zaken zorgen maakten; men tobde teveel.

Maken we een sprong naar het heden. Ook wij tobben teveel, met name over onbelangrijke zaken zoals het al of niet fuseren met Hilversum. Laten we leren van Nescio dat we daar niets mee opschieten. Trouwens, we hebben het tobben uitbesteed. Bij de gemeenteraadsverkiezingen hebben we een aantal mensen gekozen die allerlei dingen voor ons uitzoeken. Mensen met verantwoordelijkheidsgevoel. Toch? Laten zij de beslissingen nemen die genomen moeten worden. Zij zijn onze Titaantjes.

De eerste onder hen is Theo Reijn. Aan het begin van de huidige vierjarige periode keek hij vanuit Kortenhoef over ’t land naar de rand van het Gooi en de toren van Hilversum en wist: daar wil ik heen. Hij heeft dat ook meteen laten weten. Hij wist dat er veel tegenstand zou zijn, maar dat is vaak het geval bij visionaire mensen. Desalniettemin gaat hij onverstoorbaar door, en zo hoort het ook. Wat heb je aan politici die de huik naar de wind hangen? Theo laat zich niet van het padje afbrengen door enquêtes, dorpsavonden of wat dan ook. En anders dan de Titaantjes van Nescio bereikt hij wèl wat hij wil. Het verkleinwoord past dan ook niet bij hem. De naam die bij hem past — en ik zeg het met slechts een lichte ondertoon van ironie — is Titanentheo.

Cor Koster
Nederhorst den Berg