ingezonden bericht
Ode aan ons dorp
Al ruim 14 jaar staat het voormalige gemeentehuis aan de Voorstraat in Nederhorst den Berg leeg. In die jaren zijn er plannen geweest voor o.a. de bouw van woningen, voor de huisvesting van het Sociaal Cultureel Centrum, voor de opvang van vluchtelingen; het WWK dossier over dit onderwerp telt 55 items. Helaas is dat allemaal op niets uitgelopen.
Ondertussen verloedert het gebouw. Kapotte ruiten zijn provisorisch gerepareerd met tape of dichtgetimmerd met hardboard of triplex; in de kozijnen vallen gaten. Kortom, het oude gemeentehuis is nu een schandvlek voor het dorp.
Toen ik door de stoffige ramen gluurde, was het enige wat ik daar zag een vel papier met vergeelde letters op de vensterbank. Een gedicht in de vorm van een Engels sonnet, helaas zonder de naam van de dichter. De titel: Ode aan ons dorp.
Dorp dat ons al zo lang gastvrijheid biedt
dat ons laat wonen tussen plas en weiden,
waar je rondom de vlakke polders ziet,
de sloten die het drassig land doorsnijden,
en langs de Vecht de oude boerderijen,
de Spiegelplas, een molen in ’t verschiet,
ons dorp, zo mooi in alle jaargetijden,
voor wie er oog voor heeft, ervan geniet.
Dan zijn er nog de mensen die hier wonen,
betrokken bij het dorp en bij elkaar,
zoals ze dikwijls met een klein gebaar
in lief en leed hun medeleven tonen.
Dorp van mijn hart, je hebt zoveel te geven,
dorp van mijn hart, ’t is goed om hier te leven. |
Ik weet niet wie het sonnet daar neergelegd heeft. Misschien de ambtenaar die als laatste de deur achter zich dicht deed, jaren geleden. In ieder geval iemand met een subtiel gevoel voor ironie, want de tegenstelling tussen de inhoud van het gedicht en het uiterlijk van het gebouw kan nauwelijks groter zijn.
Cor Koster
Nederhorst den Berg |