Binnenlands Bestuur 11 november 2015
Lokale democratie is óók voor jongeren
Plasterk wond er deze week geen doekjes om: 'lokale democratie is iets voor autochtone, hoogopgeleide 45-plussers'. Als jongere van 22, betrokken bij de gemeentepolitiek, gingen mijn haren hier recht over overeind van staan. Binnen de gemeentepolitiek in mijn stad zie ik inderdaad weinig betrokken jongeren. Tijdens G1000 bijeenkomsten schijnt dit niet veel beter te zijn. Om eerlijk te zijn, het verbaast mij niets. Dat jongeren niet op deze bijeenkomsten afkomen ligt niet aan de desinteresse van jongeren, maar aan de fora zelf.
Begrijp mij niet verkeerd, initiatieven om burgerparticipatie te verbreden door middel van bijvoorbeeld een G1000, juich ik alleen maar toe. Maar kijk nu eens kritisch naar de titels en de uitnodigingen die verstuurd worden voor zo’n G1000. ‘Op weg naar een andere democratie’, het samenstellen van een ’top 10 voor de stad’ om zo ‘samen verantwoordelijk te worden voor het resultaat’. Als ik een dergelijke uitnodiging in mijn mailbox ontvang sta ik zelf ook niet te springen om een gezellig middagje met 45-plussers te brainstormen.
Voor het gemak neem ik mijzelf even als voorbeeld. Ik woon in Arnhem, studeer in Den Haag, kom vaak bij mijn familie in Rhenen en bezoek Amsterdam en Utrecht meerdere keren per week. In de stad waar ik woon, maak ik maar beperkt gebruik van alle faciliteiten. Ik kom nooit bij het zwembad aan de andere kant van de stad, ik maak geen gebruik van de autowegen en heb geen idee van de faciliteiten voor ouderen. Voor de gemeentepolitiek probeer ik mij af en toe in deze onderwerpen te verdiepen, maar als jongere zijn dit allemaal geen onderwerpen waar ik warm voor loop.
Mijn interesses gaan verder dan de gemeentegrenzen die ooit zijn getrokken. Ik hou van Arnhem, maar wanneer er iets verandert op de campus in Den Haag doet mij dit ook veel. Onderwerpen als jeugdwerkloosheid in de regio, het nauwelijks bestaande nachtnet - dat ook nog eens verdwijnt - en onderwijs spreken mij aan. Geen van deze onderwerpen worden echter aangehaald in een uitnodiging voor een G1000 bijeenkomst. Het samenstellen van een ‘top 10 voor de stad’ is inderdaad interessant voor de autochtone, hoog opgeleide, 45-plusser, maar wat heb je daar als jongere te zoeken als waarschijnlijk maar één van die 10 punten jou interesseert?
Het probleem is dat fora zoals de G1000 in de beperkte ruimte van een gemeente blijven denken. Op deze manier stel je in de discussie de locatie centraal. Gek, want is het niet juist de onderwerpen waar de nadruk op moet liggen? Ontwikkel eens een burgertop over bijvoorbeeld jeugdwerkloosheid, openbaar vervoer of onderwijs over de grenzen van de gemeente. Maak mogelijk dat niet alleen inwoners, maar ook andere betrokkenen met een mening aanwezig kunnen zijn. Richt de lokale democratie in door lokale en regionale onderwerpen centraal te stellen in plaats van de locatie. Grote kans dat jongeren dan wel geïnteresseerd zijn.
Marije Ploeg |