In De Zijlijn
In Binnenlands Bestuur stond gisteren een stuk van de hand van wethouder Arjo Klamer (SP) over zijn ontdekking dat de politiek in de regio weinig tot niets in te brengen heeft.
Klamer, die vanaf vorig jaar mei wethouder is, beschrijft zijn ontdekking dat het gemeentebestuur van Hilversum, waar hij wethouder is, wel kan besluiten over zaken die zich binnen zijn gemeente afspelen. Maar zodra een onderwerp of activiteit onderdeel is van een samenwerkingsverband (regio, veiligheidsregio, etc.) dan gaat het volgens hem mis. De gemeenteraden hebben ingestemd met het samenwerkingsverband en de besluitvorming gedelegeerd aan hun vertegenwoordiger. Daarmee hebben ze zichzelf, noodgedwongen, buiten spel gezet. Als het besluit dat in de regio (of in SWW verband) genomen wordt, de raad niet bevalt, dan rest alleen nog het botte wapen van een motie van wantrouwen tegen de bestuurder, maar het besluit terugdraaien is er niet bij.
Arjo Klamer schrijft dat de ambtenaren de besluitvorming voorbereiden en dat de negen portefeuillehouders (wethouders of burgemeeesters), die daar samen over moeten besluiten, maar moeilijk tot een unaniem besluit kunnen komen. En dus zijn er winnaars en verliezers.
De volksvertegenwoordigers hebben er niets over te zeggen. De winnaars melden triomfantelijk in hun gemeenteraad dat de slag gewonnen is, zoals de opdracht van de raad aan hen luidde. De verliezers melden in hun raad dat zij hun best hebben gedaan, maar dat de meerderheid van de overige bestuurders nu eenmaal tegen de opdracht van de raad stemde. Dat is jammer, maar het is helaas zo, want het kan niet teruggedraaid worden., want het besluit is genomen, verklaren zij.
Het bestuursmodel van Nederland werd bedacht door Thorbecke in 1848. Gemeente, Provincie en Rijk met ieder zelfstandig democratisch gekozen volksvertegenwoordigers, een eigen gebied waarover zij besluiten en een hiërachie. Rijk staat boven Provincie en die staat weer boven gemeente. Ieder van die bestuursorganen heeft een eigen een dagelijks bestuur dat wij Kabinet, Gedeputeerde Staten en College van B&W noemen. Zeer overzichtelijk.
Waar Arjo Klamer achter kwam, was dat samenwerkingsverbanden die overzichtelijkheid aardig bederven vanwege de besluitvorming die zich onttrekt aan de democratische controle van de gemeenteraden, die volgens de wet het hoogste bestuursorgaan in een gemeente zijn.
In feite is zijn column een ondersteuning van het pleidooi van Martin Vuyk (VVD) en Dik van Enk (CDA) over de oprichting van een brandweeroefencentrum op Crailo door de veiligheidsregio. Zij kunnen willen wat zij willen, maar zij gaan er niet meer over, want de burgemeesters besluiten met zijn negenen.
Arjo Klamer heeft het over besluiten in het sociale domein, want daar gaat hij over. Laat nu zijn partij, de SP, in Hilversum pal achter de bouw van het brandweercentrum staan, terwijl de raad van Wijdemeren grote twijfels heeft. Maar noch de SP in Hilversum, noch de Wijdemeerse raadsleden gaan er over.
Rik Jungmann |