Cor Koster
Juridisering: gemeente versus burger
|
Onlangs gaf Rik Jungmann een overzicht van één van de vele zaken waarbij burgers en gemeente elkaar voor de rechter ontmoeten: het snippergroen, de lieftallige naam voor wat vroeger revindicatie heette.
Dat doet de vraag rijzen hoe het eigenlijk staat met de rechtsbescherming van burgers. Natuurlijk zijn daar regels voor. De vraag is alleen of ze ook in de praktijk werken. Ik heb daarom herlezen wat onze eigen Rekenkamercommissie, die van Wijdemeren, erover gezegd heeft in een rapport dat in januari 2013 uitgebracht is. De Rekenkamer doet onderzoek naar de ‘doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid’ van het door de gemeente gevoerde bestuur. |
De commissie, die zelf haar eigen onderwerpen kiest, bestaat uit twee leden van buiten de gemeente. De vorige Rekenkamer - er is sinds kort een nieuwe - bracht belangrijke rapporten uit, al heb ik niet de indruk dat veel mensen ze lazen. Eén van die rapporten ging over de juridische kwaliteitszorg.
Weerbaarheid
De Rekenkamer vond het uit een oogpunt van risicobeheersing nuttig om de rechtskundige weerbaarheid van de gemeente te toetsen omdat de maatschappelijke trend van toenemende juridisering de positie van de gemeente kwetsbaar maakt. Het rapport is geschreven vanuit de optiek van de gemeente, NIET van de burger. Begrijpelijk natuurlijk, maar het is enigszins ironisch dat het artikel van Jungmann laat zien dat burgers aanmerkelijk meer problemen met hun ‘rechtskundige weerbaarheid’ kunnen hebben dan de gemeente.
Het rapport bevatte een aantal interessante passages, zoals “Bij enkele dossiers bleken zwakheden aan te wijzen op aspecten als gebrek aan anticipatie op te verwachten maatschappelijke weerstand (en daarmee op juridische risico’s) en het langdurig volharden in het traject van de rechtspraak (terwijl een minnelijke schikking binnen bereik bleek te liggen).“
Aanbevelingen
De Rekenkamer kwam destijds met een vijftal aanbevelingen. De gemeente legde ze alle vijf gewoon naast zich neer; men vond het niet nodig om zaken te veranderen. Alles liep immers prima.
Niet dus. Als de gemeente zich iets van de bevindingen van de Rekenkamer had aangetrokken, waren die revindicatieperikelen er niet geweest.
We hebben nu een nieuwe Rekenkamer. Het is te hopen dat die nogmaals kijkt naar juridische weerbaarheid, maar dan vanuit de optiek van de burger. Daarbij zal men ongetwijfeld constateren dat de gewoonte van de gemeente om steeds hoger beroep aan te tekenen als men weer eens een zaak verliest, uiterst belastend is voor de burger. De conclusie is dan voorspelbaar. En het is te hopen dat de gemeente zich vervolgens wèl iets aantrekt van die conclusies en aanbevelingen.
Cor Koster
Nederhorst den Berg |