burgemeestersbrief
Geachte raadsleden,
Vandaag heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling)
uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlening van een bouwvergunning onder
vrijstelling aan de heer Lüschen. Hiermee wil ik u op de hoogte brengen van deze uitspraak.
De Afdeling verklaart het beroep van Vermeire tegen het collegebesluit van 27 maart 2012
ongegrond. Ook het hoger beroep van Vermeire en het hoger beroep van Lüschen zijn
ongegrond verklaard. Dit betekent dat de beslissing van 27 maart 2012 om een
bouwvergunning met vrijstelling ten behoeve van de heer Lüschen te verlenen,
onherroepelijk is geworden. Hiertegen staat dus geen rechtsmiddel meer open.
Twee onderwerpen komen in de uitspraak van de Afdeling uitvoerig aan bod:
- De rol van de oud-wethouder Neef bij de totstandkoming van de overeenkomst uit
2005 en bij de besluitvorming van het college nadien.
- De belangenafweging die het college heeft gemaakt bij de verlening van de
bouwvergunning onder vrijstelling, en met name de belangen van Vermeire op het
gebied van bezonning, daglichttoetreding en privacy.
De Afdeling heeft hierover het volgende geoordeeld.
Ad 1.
Het college heeft zich, mede onder verwijzing naar de rapportage van BING, terecht op het
standpunt gesteld dat Neef met de ondertekening van eerdergenoemde overeenkomst de
besluitvorming over de vergunningaanvraag niet heeft beïnvloed, als bedoeld in artikel 2:4,
lid 2 Awb.
Ad 2.
Naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtbank op 7 februari 2012 heeft het college het
bureau Peutz gevraagd onderzoek te doen naar de invloed van het bouwplan op de woning
van Vermeire op het gebied van zonlicht en daglichttoetreding. De Afdeling overweegt dat
voor bezonning geen wettelijke eisen gelden en dat het aan het college is om alle relevante belangen af te wegen. De resultaten van het onderzoek naar bezonning en
daglichttoetreding laten een geringe invloed van het bouwplan op de woning van Vermeire
zien. Van een ingrijpende inbreuk op de belangen van Vermeire is geen sprake. De Afdeling
is van oordeel dat het college het rapport van Peutz aan zijn besluit ten grondslag heeft
kunnen leggen. Het college heeft daarom in redelijkheid kunnen besluiten vrijstelling te
verlenen.
Vervolgens heeft het college door het opnemen in de bouwtekening van niet doorzichtig glas
in de ramen aan de noordzijde, voldoende rekening gehouden met de privacy van Vermeire.
Het college heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat het bouwplan in zoverre de
privacy van Vermeire niet aantast.
Tot slot geeft de Afdeling aan dat het college een afweging maakt van alle betrokken
belangen, waarvan het belang van omwonenden slechts een van de belangen betreft. Het
college heeft zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen
stellen dat het realiseren van een bouwplan geen onevenredige afbreuk doet aan de
belangen van Vermeire.
Voor de integrale uitspraak van de Afdeling verwijs ik u naar de website van de Raad van
State, uitspraken van 8 mei, onder nummer: 201202898/1/A1.
Met vriendelijke groet,
De burgemeester van Wijdemeren
Drs. M.E. Smit |