ingezonden brief
Een kleine eigenaardigheid
Het was spannend, die motie tijdens de laatste raadsvergadering. De vraag was: Laten de leden van de Dorpsbelangenfracie zich gijzelen door hun eigen wethouder?
Laten ze zich tegen de muur zetten? Doen ze wat goed is in hun ogen, of buigen ze het hoofd? Zijn ze er voor "de burger" of voor hun eigen partij? Inmiddels weten we het antwoord. Sommigen stemden vóór iets waar ze zelf eigenlijk tégen waren.
Deze inleidende woorden klinken veel te dramatisch, want het ging natuurlijk om iets heel normaals. Er is iemand (deze keer was het toevallig een wethouder) met een bepaalde mening, en dan zijn er ook nog een stel partijgenoten, van wie sommige dezelfde mening hebben en anderen niet. Om je zin te krijgen moeten ALLE partijgenoten jou volgen. De vraag is dan: hoe krijg je dat voor elkaar? Zoiets komt met grote regelmaat voor.
Het kleinere kwaad
Om je eigen mening door te drukken moet je zorgen dat jouw argumenten sterker zijn dan die van anderen. Dat kan o.a. door te wijzen op de gevolgen van een andere beslissing dan de door jou gewenste.
Dat is wat Gert Zagt gedaan heeft. Hij zwaaide met zijn portefeuille. Een kwestie van slikken of stikken. Met zijn "als ik gedwongen wordt iets anders te doen dan ik wil, dan treed ik af" kreeg hij de anderen op één lijn. Zoiets gebeurt wel vaker in de politiek en er is absoluut niets mis mee. Je loopt het risico dat de anderen zeggen: "nou, treed dan maar af", maar die anderen zijn natuurlijk niet achterlijk. Zij kozen voor het kleinere kwaad: beter een goeie wethouder met een kleine eigenaardigheid dan een andere - mogelijk minder goede - wethouder van mogelijk een andere partij. Je weet wat je hebt, niet wat je krijgt. Dat is een afweging, en ook daar is niets mis mee.
Vasthouden aan principes
Die 'kleine eigenaardigheid' is het hebben van principes en daar aan vasthouden. Gek is dat natuurlijk niet. Als je ze hebt moet je er ook aan vasthouden, anders zijn het geen principes maar 'opvattingen' of 'ideetjes' of 'voorkeuren' die je eventueel inruilt voor andere mocht dat beter uitkomen. Waar die principes vandaan komen doet niet terzake. In het geval van Zagt was de bijbel de bron. Een betere bron dan die waaruit de meeste politici putten: Il Principe van Machiavelli.
De houding van Zagt doet denken aan Luther met zijn "hier sta ik, ik kan niet anders". Het is ook de enige houding die respect afdwingt. Want anders krijg je wat er gebeurde in het verhaal van Mark Twain.
Schandalig en immoreel
De beroemde Amerikaanse schrijver was ooit te gast bij een formeel diner. De dame naast hem was van het type 'bekakte Gooise trut'. Het gesprek kwam op prostitutie. De dame was tegen. Ze vond prostitutie schandalig en immoreel. Mark Twain, nooit te beroerd om lekker te jennen, zei: "Maar stelt u zich nu eens voor… Er is die knappe jongeman die vreselijk verliefd op u geworden is. Hij valt voor u op zijn knieën en smeekt u één nacht met u te mogen doorbrengen. Hij is zelfs bereid u een miljoen dollar te geven, voor die ene nacht…" "Nou ja," zei de dame met een koket glimlachje, "als het nou een HEEL erg knappe jongeman zou zijn…" "En als hij u 10 dollar zou bieden?" "Tien dollar?" riep de dame verontwaardigd. "Wat denkt u wel dat ik ben?!" Waarop Mark Twain antwoordde: "DAT, mevrouwtje, hadden we al vastgesteld. We onderhandelen nu alleen nog maar over de prijs."
Cor Koster
Nederhorst den Berg |