ingezonden brief

Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.

Met verbijstering heb ik afgelopen donderdagavond via het internet naar de raadsvergadering geluisterd met name de motie over het Dorpscentrum Oud Loosdrecht waarbij veelvuldig de naam van mijn familie is gevallen.

De fractievoorzitter van DorpsBelangen Loosdrecht gaf een vrij nauwkeurige opgave van hetgeen zich de afgelopen maanden had afgespeeld rond mijn overeenkomst met de gemeente. Mijn email verkeer  met de gemeente bevestigt het feit dat in aanloop naar de gedwongen ondertekening van de laatste overeenkomst, op  30 juni van dit jaar, er door mij veelvuldig is gewezen op  fouten en onvolkomenheden.

Volgens de behandelende ambtenaren en de beide wethouders van Henten en Abrahamse was echter alles in orde en moest er getekend worden, anders volgde uiteindelijk onteigening.  Daarna is er regelmatig contact geweest over mijn bezwaarschrift tegen de aanleg van de tijdelijke damwanden, immers er was nu een overeenkomst en men kon de definitieve damwanden plaatsen hetgeen ook een voordeel van 60.000€. voor de gemeente betekende.

Afgelopen week werden mijn vrouw en ik uitgenodigd op het gemeentehuis. Bij aanvang werd mij te verstaan gegeven dat de overeenkomst diende te worden herzien want er zaten fouten in. Tevens wilde men extra voorwaarden opnemen die in strijd waren met hetgeen wij in  juni overeengekomen waren. Met het verzoek dit schriftelijk te bevestigen hebben wij per omgaande het gemeentehuis verlaten. De schriftelijke bevestiging is tot nu toe nog steeds uitgebleven. Wat ons betreft waren de onderhandelingen afgesloten met de ondertekening van de overeenkomst.

Wie schetst mijn verbazing toen de wethouder Abrahamse tijdens de raadsvergadering niet op de zaak wenste in te gaan omdat er nog onderhandelingen plaats vinden. Hij en wethouder van Henten hebben duidelijk gesteld dat wij op 30 juni de overeenkomst dienden te ondertekenen en dat dit een einde betekende van de onderhandelingen. 

Nog erger was de aantijging van de heer van Reijn van het CDA die persoonlijke belangenverstrengeling van een raadslid insinueerde. Afgezien van het feit dat de heer van Reijn totaal onwetend is van hetgeen er zich in Oud Loosdrecht afspeelt, immers hij heeft zich nog nooit hier op de hoogte gesteld, impliceert zijn beschuldiging dat wij mogelijk betrokken zouden kunnen zijn bij een op enigerlei wijze  ontoelaatbare relatie met een raadslid. Wij gaan er vanuit dat de heer Reijn zijn insinuaties met feiten ondersteunt en openbaar maakt, zo niet zijn excuses aanbiedt omdat hij ons met zijn opmerking ernstig heeft geschaad.

Wij zijn bereid al het e-mailverkeer met de gemeente en onze overeenkomst in de openbaarheid te behandelen om zodoende de voortdurende reeks van onwaarheden die het college en de coalitiepartijen naar buiten brengen te ontkrachten. Zij proberen hiermee hun eigen falen op anderen af te wentelen. Het is nu de derde keer dat het college terugkomt op een met ons gesloten overeenkomst. Voor de journalist die zich hierin werkelijk wil verdiepen zijn wij ten alle tijden bereikbaar, waarbij alle documenten ter inzage liggen.

Ruud en Wil van der Wurf
Oud Loosdrecht