Van Rijk loopt achter? 2-2-2006

Wijdemeren, 2 februari 2006

Mirjam Arnoldy, de voorzitter van peuterspeelzaal Olleke Bolleke reageert op de steunbetuiging van Frank van Rijk (PvdA) aan Jan van den Broeck (CDA).

Ook Minke Fischer reageerde. Haar reactie staat onder die van Mirjam Arnoldy.

Wat er aan vooraf ging.

Vanavond om 20.00 is er een raadsvergadering. Op de agenda staat de Sociale Structuurvisie. Dat is een document dat door een extern bureau is opgesteld. Dat bureau bepleitte de subsidiering van peuterspeelzaal werk. Eerder in deze raadsperiode besloot de raad juist, met 17 voor en 2 tegen, om de subsidie aan peuterspeelzalen terug te brengen tot nul in de komende periode. Alleen GroenLinks en Wim Lorjé (VVD) stemden tegen. De peuterspeelzalen luidden de noodklok omdat zij failliet dreigen te gaan.

(Dit is de laatste serie reacties die in het kader van dit debat geplaatst zijn. De standpunten zijn helder. Je vindt dat peuterspeelzalen helemaal zelf betaald moeten worden door de ouders. (Van Rijk), of je vindt dat de gemeenschap daaraan moet meebetalen (Arnoldy, Fischer) red. WWK)

Reactie

Open brief aan Frank van Rijk

Beste Frank,

Het CDA heeft de moeite genomen om tijd en energie te steken in het analyseren van de situatie van de peuterspeelzalen in Wijdemeren. Dat is heel goed. Zij nemen zo hun verantwoordelijkheid voor eerder genomen besluiten.

Uit jouw reactie blijkt dat je niet goed op de hoogte bent. Jij deelt niet de opstelling van het CDA, want zij zijn namelijk al een stap verder. De discussie of de peuterspeelzalen gesubsidieerd moeten worden hebben we allang achter ons gelaten. Vele partijen, waaronder jouw eigen PVDA, zijn inmiddels overtuigd van het belang van de peuterspeelzalen voor de ontwikkeling van peuters. Het gaat nu over hoe en hoeveel. Daar moet beleid voor worden gemaakt. Daar moet het college mee aan de slag.

Het gaat overigens niet om enkele kinderen, maar 67% van alle peuters in de gemeente, die gebruik maakt van de peuterspeelzalen. Deze kinderen krijgen een uitstekende voorbereiding op de basisschool en hebben een voorsprong op het gebied van de sociale - en taalontwikkeling.

Met vriendelijke groet,

Mirjam Arnoldy
Voorzitter Olleke Bolleke
Kortenhoef

Het standpunt van de heer van Rijk over de peuterspeelzalen deel ik niet, maar hij is wel heel consequent in zijn mening.

Wat mij echter bevreemd is de reden waarmee hij zijn standpunt verdedigd. Ik citeer: ...Welke reden is er om bij alle inwoners geld te vragen voor (het spelen) van enkele kinderen?..

De meeste subsidieregelingen zijn op basis van solidariteit en gaat het om enkele inwoners van de gemeente.

Daarnaast is het jammer dat de heer van Rijk zijn mening niet wil aanpassen als een (ingehuurde) organisatie aangeeft dat peuterspeelzalen een basisivoorziening zijn.

Minke Fischer
Kortenhoef