Haarlem 24 februari 2004
Onderwerp: Vragen van M.H.J. van der Heijde en dr. A.P. van der
Meché (PvdA)
De voorzitter van Provinciale
Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in
artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en
andere werkzaamheden van Provinciale Staten mede, dat op 9
februari 2004 van de leden van Provinciale Staten, de heren M.H.J.
van der Heijde en dr. A.P. van der Meché, de volgende vragen bij
Gedeputeerde Staten zijn ingekomen.
Inleiding
Jarenlang is in de plassen, de
watergangen en havens van de Loosdrechtse Plassen slib
neergeslagen. De oorsprong van dit slib is natuurlijk, maar
daarnaast heeft agrarische bemesting de aanmaak van slib
bevorderd en vergroot. De toegankelijkheid van vaarten en havens
en de helderheid van het (zwem)water zijn in het geding gekomen
en de noodklok is geluid. Loosdrecht is immers een van de
grootste watersportcentra in Nederland. Dit alles heeft in 2001
geleid tot de oprichting van een projectgroep / stuurgroep voor
het Herstelplan van de Loosdrechtse Plassen.
Onder voorzitterschap van de
provincie Noord-Holland konden het Plassenschap Loosdrecht e.o.,
de gemeente Wijdemeren, het waterleidingbedrijf Amsterdam en het
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht zich vinden in een nieuw
soort oplossing: het verdiepingenplan. Natuurmonumenten, Hiswa
en het Nederlands Watersportverbond zijn als adviseurs
betrokken. In het Milieuplatform Loosdrecht worden de
biologische aspecten besproken.
Met het aantreden van een nieuw
college, na de gemeentelijke en provinciale herindeling en
een spectaculaire verkiezingsuitslag, is de klad gekomen in
deze aanpak. Uiteindelijk neemt het college van B&W van
Wijdemeren op 13 november jl. het besluit afstand te nemen van
het ontwikkelde plan. Kwesties als een MER en
bestemmingsplanwijziging spelen hierbij een rol.
Een kleine maand eerder had de
provincie juist het plan vastgesteld en daarmee 323.000 Euro
Rijksbijdrage veilig gesteld. Uiteindelijk is een kleine miljoen
Euro aan subsidies in het geding.
Het besluit van het college van
Wijdemeren is, eufemistisch uitgedrukt, door partners en andere
betrokkenen niet in dank afgenomen. De adviseurs van het
project, maar ook Recron, ANWB, Horeca Nederland, VNO/NCW, MKB
en het
Ondernemers Collectief Wijdemeren tekenen op
26 november bezwaar aan. Ook het Hoogheemraadschap neemt
stelling tegen het besluit van het college (2 december 2003). Op
15 december tenslotte schrijft gedeputeerde Moens een “brief op
poten” aan het college van Wijdemeren.
De Gedeputeerde toont zich
verbaasd over het besluit van het college geen medewerking meer
te verlenen aan het aanbrengen van verdiepingen binnen het
Herstelplan van de Loosdrechtse Plassen. Hij legt zich niet
zomaar neer bij een weigering van de gemeente en we hebben
waardering voor deze houding van de heer Moens.
We maken ons met hem zorgen over
het besluit van het college van Wijdemeren. We constateren, dat
concrete resultaten inzake het Herstelplan ver achterblijven bij
de voornemens. Daarom willen wij GS de volgende vragen stellen.
Vragen
-
Kent het college van GS de brief
van gedeputeerde Moens van 15 december 2003?
-
Is het college het eens met de
daarin geuite opvatting van de gedeputeerde?
-
Kunnen GS aangeven sinds wanneer
het college van Wijdemeren het zogeheten ‘verdiepingenplan’ ter
discussie stelt en waarom men dat doet?
-
Wat is de stand van zaken met
betrekking tot de MER, waarover de gedeputeerde spreekt?
-
Is het juist dat een
bestemmingsplanwijziging door de gemeente Wijdemeren
noodzakelijk is om tot verdieping te kunnen overgaan?
-
Of is het zo dat de provincie kan
volstaan met een ontgrondingvergunning?
-
Wat zijn de gevolgen voor het
Herstelplan, indien B&W van Wijdemeren volharden in hun
weigering medewerking te verlenen aan het maken van verdiepingen
in de plassen?
-
Zijn er alternatieven?
-
Wat is het college van GS van plan
te doen om verder uitstel van het Herstel van de Loosdrechtse
Plassen te voorkomen?
Ons antwoord aan
Provinciale Staten luidt als volgt:
-
Ja. De leden van GS hebben een
afschrift van de betreffende brief van gedeputeerde Moens d.d.
15 december 2003 gekregen en hebben hiervan kennis genomen.
-
Ja.
-
Het standpunt is gewijzigd na het
aantreden van
een nieuwe raad en een nieuw college als gevolg van de
samenvoeging van de gemeenten Loosdrecht, ’s-Graveland en
Nederhorst den Berg. Binnen het college van Wijdemeren bestaat
nu de indruk dat uitvoering van het plan onomkeerbaar is terwijl
vooraf het slagen van het project niet met zekerheid kan worden
vastgesteld. De aanwezigheid van zandzuigers in de plas wordt
gezien als slecht voor de recreatie. Door de verdiepingen zou
het bovendien langer duren voordat het meer dichtvriest bij een
vorstperiode, wat een beperking van de schaatsmogelijkheden
betekent.
Gelezen de resultaten van het MER is het standpunt van het
college van Wijdemeren niet gerechtvaardigd.
-
De MER is gereed en door de
provincie getoetst aan de richtlijnen. De uitkomst daarvan is,
dat het MER voldoet aan de bestuurlijk vastgelegde inhoudelijke
eisen en zich daarom leent voor besluitvorming. De
initiatiefnemer, het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht is
dit medegedeeld.
-
Ja. De gemeente Wijdemeren had
reeds een ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht. In het
kader van het overleg als bedoeld in artikel 10 van het Besluit
op de Ruimtelijke Ordening heeft de provincie hierop gereageerd.
Daarna heeft de gemeente de procedure niet doorgezet.
-
Nee. De provincie is het bevoegd
gezag inzake de Ontgrondingenwet. De Ontgrondingenwet schrijft
echter voor (artikel 10) dat een aanvraag aan de raad van de
gemeente wordt voorgelegd met de vraag of de ontgronding in het
bestemmingsplan past en, indien dit dat niet het geval is, of de
raad wil meewerken aan planologische inpassing. Indien de raad
weigert, mag een vergunning niet worden afgegeven. De
initiatiefnemer, het hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht,
komt op korte termijn met een aanvraag, waarna bovengenoemde
procedure wordt opgestart.
-
Impasse. Zonder de verdiepingen is
herstel van de waterkwaliteit niet mogelijk.
-
Nee. Grootschalig baggeren en
verwijderen van slib is alleen al vanwege de kosten
onuitvoerbaar.
-
De vraag is nu of de
raadscommissie Ruimte en Economie en de gemeenteraad het
standpunt van B&W overnemen. Behandeling in deze raadscommissie
zal plaatsvinden op 30 maart a.s. Vanwege de vele bezwaren van
diverse partijen tegen het standpunt van B&W van Wijdemeren is
een extra raadscommissievergadering ingelast op 10 maart a.s.
Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie kennis van de
zienswijze van de diverse partijen. Ook gedeputeerde Moens zal
hier zijn brief van 15 december jl. nog eens onderstrepen. Als
de raad het standpunt van B&W overneemt, zullen wij de gemeente
nog eens wijzen op de afspraken die zijn gemaakt binnen het
convenant, dat de argumentatie om van standpunt te veranderen
niet juist is en dat nogmaals aangedrongen wordt op medewerking
om het herstelplan mogelijk te maken. Als uiterste middel kunnen
wij onze aanwijzingsbevoegdheid ingevolge artikel 37 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening inzetten. Gebruik van dit instrument
zal dan grondslag vinden in of redelijkerwijs voortvloeien uit
het Streekplan Noord-Holland Zuid, waarin het project
Herstelplan Loosdrechtse Plassen genoemd staat als onderdeel van
de regiospecifieke beleidslijnen.
|