In de lange brief licht burgemeester Don Bijl toe waarom het college niet bereid is om René Voigt (DBW) inzage te geven in alle stukken die betrekking hebben op het convenant over de Krakeelakker, dat enige tijd getekend is.

In zijn brief geeft hij aan dat het college Voigt geen inzage wil geven, omdat de fractiegenoot van Voigt, Henk de Kloet, ook eigenaar is van de Krakeelakker en derhalve te zeer betrokken bij de zaak. In ongekend harde bewoordingen schrijft het college:

"Uw verzoek om inlichtingen betreft een situatie waarin u als fractievoorzitter gedetailleerde informatie wenst omtrent een voorbereidingsproces met betrekking tot een convenant, waarvan uw mede raadslid en fractiegenoot de heer H. de Kloet direct persoonlijk belanghebbende en medeondertekenaar is. Die precaire situatie vraagt naar het oordeel van het college om de uiterste zorgvuldigheid, omdat enerzijds uw recht op informatie als raadslid en uw controlebevoegdheden in het geding zijn, doch anderzijds in de gegeven situatie de schijn van verstrengeling van publieke en particuliere belangen dreigt. Dat had u naar het oordeel van het college dienen te brengen tot een terughoudende opstelling om de schijn van het langs publieke weg op zoek te gaan naar gegevens die uw fractiegenoot bij de behartiging van zijn particuliere belangen meent te kunnen gebruiken, te vermijden. Mede om die reden achtte het College het van belang om eerst zelf verantwoording af te leggen en een oordeel van de raad als geheel te verkrijgen omtrent de wenselijkheid van een raadsonderzoek.

Uw brief van 21 februari 2004, waarin geen enkel beargumenteerd vermoeden van onjuist handelen van de zijde van het College van B&W of de namens hem bij de voorbereiding van het convenant optredende ambtenaar voorkomt als grondslag voor de gestelde, gedetailleerde vragen, en die naar het inzicht van het college onmiskenbaar het karakter draagt van een ‘fishing expedition’ bevestigt de indruk van het College dat U de terughoudende opstelling waar de situatie naar het oordeel van het College, vanwege zuiverheid van de publieke zaak en de gemeentelijke democratie om vraagt, niet in acht wenst te nemen.

Het college heeft jongstleden dinsdag uw brief besproken en heeft unaniem uitgesproken uw opstelling te beschouwen als een motie van wantrouwen. Desalniettemin zal het college uw vragen beantwoorden, de gevraagde informatie leveren en de documenten waarom u hebt verzocht overleggen, voor zover het algemeen belang zich niet tegen openbaarmaking verzet en het documenten zijn die elke burger op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) kan verkrijgen. Uiteraard zal een afschrift van deze brief en de bijbehorende documenten direct ook aan alle andere gemeenteraadsleden ter beschikking worden gesteld"

In de rest van de brief geeft het college antwoord op de door René Voigt gestelde vragen, voorzover dat op dit moment en onder deze omstandigheden kan.

Deze briefwisseling en het feit dat het college de brief van Voigt beschouwt als een "motie van wantrouwen" lijkt de opmaat te worden tot een fors politiek conflict tussen de fractie DBW en het college van B&W, waarover vanavond in de raad hard zal worden gestreden. Het is daarbij van belang te weten dat DBW coalitiepartner is en een wethouder (Co de Kloet) levert. Co de Kloet staat in dit geval als collegelid diametraal tegenover zijn eigen fractie.