... ...

Rik Jungmann

Provincie Noord-Holland
Naar vorig bericht

Naar de home-page

Naar volgende bericht

Verdiepingen: GS antwoordt

Loosdrecht, 4 maart 2004. De PvdA fractie in Noord-Holland stelde vragen aan het College van Gedeputeerde Staten over het verdiepingenplan in de Loosdrechtse plassen.

Uit de beantwoording van de vragen rijst een beeld op dat het college van GS niet erg ingenomen is met het standpunt van het college van B&W van Wijdemeren om het eufemisme van het jaar te gebruiken.

Haarlem 24 februari 2004

Onderwerp: Vragen van M.H.J. van der Heijde en dr. A.P. van der Meché (PvdA)

De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten mede, dat op 9 februari 2004 van de leden van Provinciale Staten, de heren M.H.J. van der Heijde en dr. A.P. van der Meché, de volgende vragen bij Gedeputeerde Staten zijn ingekomen.

Inleiding

Jarenlang is in de plassen, de watergangen en havens van de Loosdrechtse Plassen slib neergeslagen. De oorsprong van dit slib is natuurlijk, maar daarnaast heeft agrarische bemesting de aanmaak van slib bevorderd en vergroot. De toegankelijkheid van vaarten en havens en de helderheid van het (zwem)water zijn in het geding gekomen en de noodklok is geluid. Loosdrecht is immers een van de grootste watersportcentra in Nederland. Dit alles heeft in 2001 geleid tot de oprichting van een projectgroep / stuurgroep voor het Herstelplan van de Loosdrechtse Plassen.

Onder voorzitterschap van de provincie Noord-Holland konden het Plassenschap Loosdrecht e.o., de gemeente Wijdemeren, het waterleidingbedrijf Amsterdam en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht zich vinden in een nieuw soort oplossing: het verdiepingenplan. Natuurmonumenten, Hiswa en het Nederlands Watersportverbond zijn als adviseurs betrokken. In het Milieuplatform Loosdrecht worden de biologische aspecten besproken.

Met het aantreden van een nieuw college, na de gemeentelijke en provinciale herindeling en een spectaculaire verkiezingsuitslag, is de klad gekomen in deze aanpak. Uiteindelijk neemt het college van B&W van Wijdemeren op 13 november jl. het besluit afstand te nemen van het ontwikkelde plan. Kwesties als een MER en bestemmingsplanwijziging spelen hierbij een rol.

Een kleine maand eerder had de provincie juist het plan vastgesteld en daarmee 323.000 Euro Rijksbijdrage veilig gesteld. Uiteindelijk is een kleine miljoen Euro aan subsidies in het geding.

Het besluit van het college van Wijdemeren is, eufemistisch uitgedrukt, door partners en andere betrokkenen niet in dank afgenomen. De adviseurs van het project, maar ook Recron, ANWB, Horeca Nederland, VNO/NCW, MKB en het Ondernemers Collectief Wijdemeren tekenen op 26 november bezwaar aan. Ook het Hoogheemraadschap neemt stelling tegen het besluit van het college (2 december 2003). Op 15 december tenslotte schrijft gedeputeerde Moens een “brief op poten” aan het college van Wijdemeren.

De Gedeputeerde toont zich verbaasd over het besluit van het college geen medewerking meer te verlenen aan het aanbrengen van verdiepingen binnen het Herstelplan van de Loosdrechtse Plassen. Hij legt zich niet zomaar neer bij een weigering van de gemeente en we hebben waardering voor deze houding van de heer Moens.

We maken ons met hem zorgen over het besluit van het college van Wijdemeren. We constateren, dat concrete resultaten inzake het Herstelplan ver achterblijven bij de voornemens. Daarom willen wij GS de volgende vragen stellen.

Vragen

  1. Kent het college van GS de brief van gedeputeerde Moens van 15 december 2003?

  2. Is het college het eens met de daarin geuite opvatting van de gedeputeerde?

  3. Kunnen GS aangeven sinds wanneer het college van Wijdemeren het zogeheten ‘verdiepingenplan’ ter discussie stelt en waarom men dat doet?

  4. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de MER, waarover de gedeputeerde spreekt?

  5. Is het juist dat een bestemmingsplanwijziging door de gemeente Wijdemeren noodzakelijk is om tot verdieping te kunnen overgaan?

  6. Of is het zo dat de provincie kan volstaan met een ontgrondingvergunning?

  7. Wat zijn de gevolgen voor het Herstelplan, indien B&W van Wijdemeren volharden in hun weigering medewerking te verlenen aan het maken van verdiepingen in de plassen?

  8. Zijn er alternatieven?

  9. Wat is het college van GS van plan te doen om verder uitstel van het Herstel van de Loosdrechtse Plassen te voorkomen?

Ons antwoord aan Provinciale Staten luidt als volgt:

  1. Ja. De leden van GS hebben een afschrift van de betreffende brief van gedeputeerde Moens d.d. 15 december 2003 gekregen en hebben hiervan kennis genomen.

  2. Ja.

  3. Het standpunt is gewijzigd na het aantreden van een nieuwe raad en een nieuw college als gevolg van de samenvoeging van de gemeenten Loosdrecht, ’s-Graveland en Nederhorst den Berg. Binnen het college van Wijdemeren bestaat nu de indruk dat uitvoering van het plan onomkeerbaar is terwijl vooraf het slagen van het project niet met zekerheid kan worden vastgesteld. De aanwezigheid van zandzuigers in de plas wordt gezien als slecht voor de recreatie. Door de verdiepingen zou het bovendien langer duren voordat het meer dichtvriest bij een vorstperiode, wat een beperking van de schaatsmogelijkheden betekent.
    Gelezen de resultaten van het MER is het standpunt van het college van Wijdemeren niet gerechtvaardigd.

  4. De MER is gereed en door de provincie getoetst aan de richtlijnen. De uitkomst daarvan is, dat het MER voldoet aan de bestuurlijk vastgelegde inhoudelijke eisen en zich daarom leent voor besluitvorming. De initiatiefnemer, het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht is dit medegedeeld.

  5. Ja. De gemeente Wijdemeren had reeds een ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht. In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening heeft de provincie hierop gereageerd. Daarna heeft de gemeente de procedure niet doorgezet.

  6. Nee. De provincie is het bevoegd gezag inzake de Ontgrondingenwet. De Ontgrondingenwet schrijft echter voor (artikel 10) dat een aanvraag aan de raad van de gemeente wordt voorgelegd met de vraag of de ontgronding in het bestemmingsplan past en, indien dit dat niet het geval is, of de raad wil meewerken aan planologische inpassing. Indien de raad weigert, mag een vergunning niet worden afgegeven. De initiatiefnemer, het hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht, komt op korte termijn met een aanvraag, waarna bovengenoemde procedure wordt opgestart.

  7. Impasse. Zonder de verdiepingen is herstel van de waterkwaliteit niet mogelijk.

  8. Nee. Grootschalig baggeren en verwijderen van slib is alleen al vanwege de kosten onuitvoerbaar.

  9. De vraag is nu of de raadscommissie Ruimte en Economie en de gemeenteraad het standpunt van B&W overnemen. Behandeling in deze raadscommissie zal plaatsvinden op 30 maart a.s. Vanwege de vele bezwaren van diverse partijen tegen het standpunt van B&W van Wijdemeren is een extra raadscommissievergadering ingelast op 10 maart a.s. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie kennis van de zienswijze van de diverse partijen. Ook gedeputeerde Moens zal hier zijn brief van 15 december jl. nog eens onderstrepen. Als de raad het standpunt van B&W overneemt, zullen wij de gemeente nog eens wijzen op de afspraken die zijn gemaakt binnen het convenant, dat de argumentatie om van standpunt te veranderen niet juist is en dat nogmaals aangedrongen wordt op medewerking om het herstelplan mogelijk te maken. Als uiterste middel kunnen wij onze aanwijzingsbevoegdheid ingevolge artikel 37 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening inzetten. Gebruik van dit instrument zal dan grondslag vinden in of redelijkerwijs voortvloeien uit het Streekplan Noord-Holland Zuid, waarin het project Herstelplan Loosdrechtse Plassen genoemd staat als onderdeel van de regiospecifieke beleidslijnen.


De wekelijkse nieuwsbrief Zoeken in het archief 1996 - 2004 Reageer op dit bericht .
Naar de home-page Half bewolktWindstil Naar volgende bericht