Op 6 december stelde D66 schriftelijke vragen aan het College over een door Natuurmonumenten afgedekte asbestterp. Het college geeft antwoord.
De asbestterp van Natuurmonumenten nabij de Vuntusplas.
Dat antwoord is dat de vondst van het asbest door bureau RPS namens Natuurmonumenten gemeld is bij de Omgevingsdienst Flevo en Gooi en Vechtstreek (OFGV) waarmee Natuurmonumenten ten aanzien van de melding wettelijk correct heeft gehandeld. Nadat het college het verslag van de OFVG had ontvangen stemde het college per brief op 22 december in met de melding. De sanering (begraven en afdekken) is door Natuurmonumenten conform de wettelijke eisen uitgevoerd. Tot zover niets aan de hand.
De verhoogde, met grond afgedekte, asbest is daarna nog door Natuurmonumenten met verharding afgedicht (Stelcon platen en klinkers), waardoor er een soort verhoogd landingsbaantje ontstond. De verharding is in het natuurgebied niet toegestaan. Daarvan vindt het college dat Natuurmonumenten daarvoor eerst een vergunning aan had moeten vragen. Dat heeft Natuurmonumenten achterwege gelaten.
Het college wil Natuurmonumenten alsnog in de gelegenheid stellen om een vergunning aan te vragen voor de "asbestterp". Krijgt Natuurmonumenten die vergunning, dan wordt de zaak daarmee afgesloten. Krijgt NatMon die vergunning niet, dan zal alsnog opnieuw een andere sanering van het asbest uitgevoerd moeten worden.
|