ingezonden bericht
De 200 van Mertens
Ineens moest ik aan de tweehonderd van Mertens denken. Jan Mertens, een katholieke vakbondsman, hield op 19 oktober 1968 een toespraak in Sneek en deed daar de sensationele uitspraak dat de Nederlandse economie en brede omgeving werd geleid door een “old –boys- network” van tweehonderd mannen en hun families. Ze benoemden elkaar in allerlei hoge functies, speelden elkaar de bal toe, hielpen elkaar in het zadel, en deden er weinig mededelingen over. Kortom een bijkans ondoordringbare elite.
Daar moest ik aan denken toen bekend werd dat de Amerikaanse president kandidaat Donald Trump zijn overwinning voor een behoorlijk deel te danken had aan de mensen die hun afkeer van de politieke elite wilden etaleren. En het duurde niet lang of overal in de wereld braken de commentaren los: men herkende plotseling de elite in eigen land. Zo ook in Nederland.
Er is in Nederland ongetwijfeld sprake van een politieke elite, om maar eens iets te noemen. Die, zonder acht te slaan op de interesses, de opvattingen en belangenvan de gewone mensen, weet wat goed voor ons is. En zich niets aantrekt van wat die gewone mensen willen. Die elite bedenkt bijvoorbeeld een bestuurlijke verandering, een fusie lijkt me een goed voorbeeld, omdat, zegt ze, groter beter is.
In de ivoren torens beslissen de leden van die elite graag, zonder inmenging van het volk, over de toekomst van datzelfde volk en houden ze zich doof voor de nadelen van hun aanvechtbare plannen. Ze hangen er commissies omheen, die rapporten fabriceren, waarvan de conclusies vakkundig naar ze toegeschreven worden. Op de uitkomst van enquêtes en peilingen die uitwijzen dat het volk hun plannen radicaal verwerpt, hebben ze van alles af te dingen. Ze vinden die dan ook van nul en generlei waarde.
Waar zit die politieke elite? Bijvoorbeeld in Haarlem, waar een niet door het volk gekozen college de touwtjes in handen heeft. Bijvoorbeeld in het gemeentehuis van Wijdemeren, waar een aantal politici zich gaarne in de kring van autoritaire beslissers beweegt. Allemaal elite.
En ik bedacht me, daarom is in 1982 Dorpsbelangen opgericht.
Ik heb Dorpsbelangen altijd een tegenhanger van de gevestigde orde gevonden.
Het was een poging de door de ‘s-Gravelandse politieke elite afgeschermde bestuurscultuur te doorbreken.
Uit die onvrede bij de burgers van ’s Graveland is Dorpsbelangen ontstaan.
Putter |