In de commissie REO wordt vanavond gesproken over de aanpak van de Cabomba caroliniana in antwoord op vragen van Dorpsbelangen in de raad van 27 november.

Het college antwoordt met een wethoudersbrief over het probleem van de woekering van de aquariumplant in Loosdrecht. Die brief staat op de agenda van de commissie vanavond.

Een citaat uit de brief van het college:

Het probleem

De aquariumplant Cabomba caroliniana zit vrijwel altijd in het "zuurstof producerend boeket" voor de goudvis dat elke dierenwinkel of elk tuincentrum verkoopt. En sinds een jaar of 10 komt de plant ook voor in de wateren van de Loosdrechtse Plassen.

Een van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de Loosdrechtse Plassen is het helderder (of minder troebel) maken van het water. Het water is inderdaad helderder geworden. Hierdoor komt meer zonlicht op de bodem, waardoor waterplanten meer kans krijgen zich te vestigen en zich te ontwikkelen. Het heeft even geduurd eer men doorhad dat de ontstane plantengroei, met dat mooie witte bloempje minder onschuldig was dan aanvankelijk gedacht.

Een andere reden voor het lange tijd onopgemerkt blijven van Cabomba ligt in het feit dat deze exoot alleen maar in het laagveengebied van de Oostelijke Vechtplassen een plaag vormt. Op andere plaatsen in Nederland (o.a. Oranjekanaal) is de plant aanwezig maar wordt daar niet als een plaag gezien.

Rond 2005/2006 is Waternet het voorkomen van de plant gaan bijhouden. Al in 2008 waren er gebieden, met name het Tienhovensch Kanaal, de Tienhovensche Plassen, de recreatieparken in Breukeleveen, een park aan de OLD en enkele sloten in het Stergebied met een bedekkinggraad van 50-100%. Roeien en zwemmen was hier vrijwel onmogelijk geworden en gemotoriseerd varen ondervond hinder.

Op dit moment komt Cabomba al lang niet meer alleen in sloten en kreken in het oostelijk deel van de Derde Plas voor. In vrijwel alle jachthavens, recreatieparken, eilanden en wateren dieper dan 1 meter binnen het Plassengebied staat Cabomba. Het areaal wordt elk jaar groter en de plantdichtheid neemt ook elk jaar toe. In het Tienhovensch Kanaal ter hoogte van De Strook is goed te zien hoe de plant het wateroppervlak volledig bedekt en andere waterplanten verdringt.

Er is van alles geprobeerd. Met de hand harken, harkboten en maaiboten. Er is ook een cabomba-werkgroep aan de slag. Aan het eind van de wethoudersbrief trekt de gemeente de volgende conclusie:

Conclusie

De ervaringen van de afgelopen 6-8 jaar hebben ons geleerd dat het bestrijden van Cabomba onbetaalbaar geworden is. De plant valt door middel van maaien op grotere oppervlakten en handmatig verwijderen op kleinere wateren en rondom steigers redelijk te beheersen. Het maaien moet wel een paar maal herhaald worden tijdens het groeiseizoen. De rol van de gemeente hierin is een faciliterende: verbied maaien niet, bemiddel -waar nodig - tussen waterschap en ondernemers en hulp bij de afvoer van gemaaide planten. Mogelïk kan dit via de GAD