Column Tom Cornelissen
Voor Tommy-Boy
Je leest zo nu en dan over de meest verschrikkelijke verkeersongevallen. Dan lees je die en hoopt van ganser harte dat het slachtoffer er met de schrik vanaf komt en ’s avonds weer bij de familie is.
Soms loopt het niet goed af. Dan lees je die ook, hoop je dat de familie het goed houdt, maar ben je vooral blij dat het je eigen kind niet is. Je denkt er ’s avonds nog even aan, maar valt gewoon in slaap. Gisteravond was dit anders. U zult het ongetwijfeld gehoord hebben of gelezen. ‘Jonge fietser (13) zwaargewond naar ziekenhuis na aanrijding Franse Kampweg’. U weet wel, dat kut punt waar je oversteekt vanuit het bos en waar ze allang een fietstunnel gebouwd hadden moeten hebben.
Zaterdag. 12.39, ik loop in Hilversum en de telefoon gaat. Een van mijn beste vrienden belt me op. Huilend. ‘Tommy-Boy is geschept door een auto en wordt gereanimeerd in de ambulance. Ik ga naar het AMC, kun jij thuis kaarsjes branden. Het komt allemaal goed, het is een sterke jongen’.
23.05. Met vrienden en familie zitten we in de wachtkamer van het AMC. De vriend, over wie ik het net had loopt de wachtkamer in en spreekt de volgende woorden. ‘Om 2 minuten voor elf is Tommy-Boy overleden aan de gevolgen van de klap’. Mijn wereld is gestopt.
Ik wil u graag vertellen over de bijzondere Tommy-Boy.
Tommy Boy met broer Tom Cornelissen.
Zoals u weet heb ik een oudere broer, Hij is net zo lang als ik en met een woeste baard. Maar wat u misschien niet weet is dat ik er anderhalf jaar geleden een broertje bij kreeg. Hij woog inmiddels zo’n 40 kilo, was kerngezond en luisterde naar de naam Tommy-Boy, moeder en kind maken het goed. Hij was geen echte familie, maar zo beschouwde ik hem wel.
Ik herken, of herkende in Tommy-Boy veel van mezelf. Hij was een dromer, redde het op de middelbare school, maar was vooral bezig met de andere dingen in het leven. Hij wilde astronaut worden en bouwde van karton een ruimteschip waar hij dan 24 uur in verbleef. Haalde oude computers uit elkaar om van de nog werkende onderdelen afluisterapparatuur te bouwen om ‘De meisjes te bespieden en af te luisteren’. Weer even later werd het tóch geen astronaut, maar goochelaar. Ik leerde hem alles wat ik weet.
Hij zei laatst, terwijl ik hem bijles wiskunde gaf tegen mij ‘Ik wil als ik groot ben een soort van jou worden. Jij kan goochelen, vliegt met een drone en maakt grapjes’, waarop ik begon te lachen en zei dat hij eerst z’n sommen maar eens moest gaan maken. Daarna zouden we nog een half uurtje gaan goochelen. Hij begon ineens te puberen en wilde met een halve baard in z’n keel niets lievers dan bij de mannen horen. Of ik weer een mannenavond wilde komen houden. Dan gingen moeder en zusje naar bed en gingen Tommy-Boy, z’n vader en ik mannenavond houden. Een ‘’actie’’ film, frietjes, hij appelsap, wij bier en dan over de meisjes in z’n klas praten.
Anderhalve week geleden belde Tommy-Boy mij op vanuit Parijs. Hij vertelde vol trots dat hij zijn eerste kus gehad had, eentje met tong. En lekker dat het was. Mijn lichaam was vervuld van vreugde. Ik zei hem dat ik een pakje condooms zou kopen in zijn maat, mits ze ze zo klein verkopen. Er werd gelachen en we hingen op. Dat dromerige karakter heeft hem uiteindelijk de das om gedaan.
Met z’n hoofd waarschijnlijk bij z’n vakantieliefde, fietste hij vanuit het bos om nog geen twaalf uur later niet meer onder ons te zijn. De bestuurster heeft hem als een hert uit het bos zien rijden en kon niets meer doen.
Ik betrap mijzelf er zo nu en dan op dat ik terwijl ik rijd tóch even op m’n telefoon kijk. Of tóch even bel via de speaker. Ik zie veel mensen bellen met de telefoon aan hun oor. Gisteren is het mij weer duidelijk geworden hoe gevaarlijk auto’s zijn. In die seconde dat ík niet op zit te letten kan ik ook iemand raken. Ik blijf van mijn telefoon af en hoop dat u hetzelfde doet.
Tommy-Boy was groot fan van ‘Tijd voor Tom’ en vroeg met enige regelmaat (iedere week) wanneer ik nou eens over hem zou gaan schrijven. Deze is voor jou lieve Tom, rust zacht kanjer.
Tom Cornelissen |