persbericht
Regio deelt zorg met Van Rijn
De gemeenten in Nederland worden op 1 januari verantwoordelijk voor de taken in het sociaal domein. Staatssecretaris VWS, Martin van Rijn, bezoekt momenteel de regio’s in Nederland om zich te laten informeren over de stand van zaken. Op 16 oktober sprak hij met wethouders uit onze regio.
De wettelijke en financiële kaders staan vast en de gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor het slagen van de decentralisaties. Van Rijn voelt zich uiteraard medeverantwoordelijk voor het welslagen van die operatie. Vanuit die verantwoordelijkheid sprak hij op 16 oktober met wethouders Nen van Ramshorst (Jeugd) en Janny Bakker (Wmo). Namens de regio vroegen zij aandacht voor een aantal zaken rond de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Jeugdwet, bovenregionale afspraken frustreren reeds gemaakte afspraken
De regiogemeenten zijn op het terrein van de Jeugdwet benadeeld door de manier waarop het geld voor specialistische zorg landelijk is verdeeld. Op het moment, op basis waarvan deze middelen werden verdeeld (de peildatum), was er in de regio sprake van een uiterst lage afname. De historie laat echter zien dat de omvang van deze zorg hoger is. Het budget is dus gebaseerd op een vertekend beeld en daarmee niet toereikend. Uiteraard staan de gemeenten in onze regio wel in voor de continuïteit van deze zorg.
De Regio is al vroeg en in goede samenwerking gestart met het maken van afspraken met aanbieders van zorg en ondersteuning. Andere regio’s in Nederland zijn nog niet zo ver. Van Rijn speelt daarom met het idee om sommige afspraken bovenregionaal te maken. Onze regio is tegen deze bovenregionale afspraken, omdat dit de reeds gemaakte afspraken dwarsboomt en ons zorgvuldige proces ondermijnt.
Wmo, aandacht nodig voor samenwerking
Op het gebied van de Wmo is aandacht gevraagd voor de samenwerking tussen de gemeenten, (Wmo), de zorgverzekeraar (Zorgverzekeringswet) en de instellingen die vanuit Wet langdurige zorg (Wlz) worden gefinancierd. Voor inwoners moet duidelijk zijn waar ze met hun vragen op het gebied wonen, zorg en ondersteuning terecht kunnen. Wie ondersteunt een inwoner als deze niet langer zelfstandig kan wonen (Wmo) maar in een zorginstelling moet gaan wonen terwijl daar nog geen plek is (Wlz)? Wat gebeurt als er zowel hulp bij het bereiden van maaltijden (Wmo) als hulp bij het eten (Zvw) nodig is? Wie bewaakt dat dit bij de mensen thuis goed blijft gaan? In gesprekken met onze inwoners blijkt dat zij zich hier zorgen over maken. Onze wethouders dringen er daarom bij de staatssecretaris op aan om de gemeenten voldoende instrumenten te geven om samen met onze inwoners de regie hier op te kunnen voeren.
|