ingezonden brief

Verkoop het spul !

Pas onlangs werden wij op de hoogte gesteld van een ingezonden brief van de heer Cor Koster uit Nederhorst den Berg in de Wijdemeerse Webkrant van 13 mei. Onze oud-voorzitter de heer Israel heeft hierop al een reactie gegeven, maar vanuit de Stichting Kunstbezit ’s-Graveland willen wij hier ook op reageren.

De brief van de heer Koster bevat hoofdzakelijk onjuistheden:

1. Zoals de heer Koster terecht stelt is de kunstcollectie ondergebracht. Verkoop door de gemeente is dus niet mogelijk;
2. De heer Koster zegt dat er in de openbare ruimte 1 of 2 schilderijen voor burgers te zien zijn. Dit is niet juist. Het aantal kunstwerken in openbare ruimte zijn er naar schatting meer dan twintig;
3. De vitrines met ‘gebarsten schoteltjes’ maken geen onderdeel uit van de kunstcollectie;
4. Het grootste gedeelte van de collectie (meer dan 90%) heeft een plaats in 1 van de vele kamers van het gemeentehuis, de raadzaal en de gangen. Slechts een klein gedeelte bevindt zich in een depot, waarvan de inhoud regelmatig wordt gewisseld;
5. De heer Koster geeft aan dat hij zou verwachten dat de collectie af en toe geëxposeerd zou kunnen worden. Dit gebeurt ook zeker 1 of 2 keer per jaar. De komende tentoonstelling is op 5 juli tijdens het Place du Tertre in Kortenhoef. Een deel is ook zichtbaar op de website van de stichting (www.kunstwijdemeren.nl) en op de Facebook pagina van de stichting;
6. In aanvulling op hetgeen de heer Israel al heeft gezegd kost het voorbereiden van een tentoonstelling zeer veel tijd. De voorbereiding van de tentoonstelling van 6 juli heeft (6) vergaderingen gekost met daarnaast de voorbereiding van de verschillende bestuursleden en vrijwilligers. Om gedurende 1 dag een expositie te organiseren zijn er ongeveer 10 mensen gedurende 3 dagen aan het werk. De collectie moet daarnaast ook worden onderhouden. Regelmatig worden stukken verhangen en gewisseld. Met een grote regelmaat worden er nog stukken aangekocht om de collectie verder uit te breiden;
7. Een permanente tentoonstelling is voor het bestuur van de stichting regelmatig een agendapunt en misschien wel een wens, maar een ruimte voor 400 kunstwerken is niet eenvoudig te realiseren met een kleine groep van vrijwilligers en een beperkt budget. Een groep vrijwilligers die overigens voor het grootste deel bestaat uit liefhebbers die een drukke baan of een eigen zaak hebben en geheel belangeloos zich hiervoor inzetten;
8. Als laatste wil ik graag reageren op de opmerking van de heer Koster waarin hij aanraadt iets met de kunst te doen of ‘het spul te verkopen’. Ik vind dit een redelijk aanmatigende term voor een collectie die in het verleden met veel zorg is opgebouwd, waar nog steeds onderhoud aan wordt gepleegd om de collectie in stand te houden en waar gewerkt wordt aan verder opbouw van de collectie. De collectie die van bijzondere waarde is voor de dorpen in de gemeente. Grote schilders van de Haagsche school kwamen naar hier om hier te schilderen. Deze rijke geschiedenis mag niet worden verkwanseld om eenmalig in een gemeentebegroting te worden gestoken. Los van het feit dat de gemeente hier niet over kan beslissen omdat het eigendom van de collectie zich bij de stichting bevindt.

Ik wil de heer Koster graag uitnodigen voor een rondleiding langs de kunstwerken en om een vergadering bij te wonen van de stichting om te ervaren wat een bijzondere collectie het betreft.

Richard van Bruchem
Penningmeester Stichting Kunstbezit ’s-Graveland