persbericht

Sterke lobby van brancheorganisaties en zorgverzekeraars met onvolledige informatie
Getouwtrek over persoonlijke verzorging niet in het belang van inwoners

Dat is de reactie van de Regio Gooi en Vechtstreek op het vorige week verschenen bericht dat het kabinet overweegt de persoonlijke verzorging volledig bij zorgverzekeraars onder te brengen.

De Regio heeft, vanuit het perspectief van inwoners, in kaart gebracht wie in Gooi en Vechtstreek welke zorg en ondersteuning krijgt. Daaruit blijkt: “70% van de inwoners krijgt alleen persoonlijke verzorging en krijgt geen andere dure vormen van zorg vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Ongeveer 65% van de inwoners heeft langdurige zorg met één of meerdere gemeentelijke voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)”.

De Regio Gooi en Vechtstreek, een samenwerkingsverband van negen gemeenten met 250.000 inwoners, is vergelijkbaar met de vijfde stad van Nederland. De visie van de gemeenten Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden en Naarden is dat ondersteuning, in welke vorm dan ook, altijd moet aansluiten bij de vraag en behoefte van inwoners. Het uitgangspunt: de vraag van inwoners is goedkoper dan het aanbod.

De gemeenten bereiden zich, in opdracht van het kabinet, voor op de komst van (grote delen van) de persoonlijke verzorging en de begeleiding uit de AWBZ door te spreken met inwoners en professionals en verschillende databestanden te analyseren. Deze informatie hebben de gemeenten gebundeld in een trendrapportage. Deze laat zien dat 70% van de inwoners alleen persoonlijke verzorging krijgt en geen andere dure vormen van zorg uit de AWBZ ontvangt. Ongeveer 65% van de inwoners heeft langdurige zorg met één of meer gemeentelijke voorzieningen. Hierbij kunt u denken aan huishoudelijke verzorging, woningaanpassingen en welzijnswerk. Deze grote groep mensen is al bekend bij de gemeenten en heeft in het huidige stelsel te maken met verschillende schotten in zorg en welzijn. Voor de persoonlijke verzorging moeten zij naar het CIZ en voor de hulp in de huishouding of andere welzijnsvoorzieningen naar de gemeenten. Vanuit het perspectief van de inwoners zijn deze schotten ongewenst.

De overheid kan flink besparen door schotten tussen regelingen weg te halen. Gemeenten kunnen, op basis van de vraag, de ondersteuning beter en gerichter aan laten sluiten op de behoefte van inwoners. Gemeenten zijn in staat om samen met hun inwoners en professionals tot maatwerkoplossingen te komen waarin niet alleen de zorg is opgenomen, maar ook brede ondersteuning op het gebied van wonen, welzijn, (financiële) bijstand en schuldhulpverlening. De gemeente kan deze ondersteuning vanuit één plan bieden. De uitvoeringskosten voor het organiseren van deze ondersteuning worden juist lager, omdat gemeenten deze kosten in het huidige stelsel ook al maken. De berichtgeving dat kosten hoger worden is vanuit het perspectief van de inwoner onjuist, mede doordat gemeenten los van de decentralisaties hun dienstverlening toewerken naar één huishouden, één plan, één loket.

De gemeenten in Gooi en Vechtstreek vinden dat de persoonlijke verzorging waarbij het zwaartepunt ligt op de verpleging van gezondheidsproblemen, ongeveer 15% van de totale omvang van de persoonlijke verzorging, past bij de Zorgverzekeringswet. Voor deze groep mensen is een goede aansluiting tussen de persoonlijke verzorging en zorg vanuit de Zorgverzekeringswet essentieel om een passende oplossing te krijgen op hun vraag/behoefte. Zorgverzekeraars zouden, net als gemeenten, wat de Regio Gooi en Vechtstreek betreft prima kunnen voorzien in deze behoefte.

Door vanuit het perspectief van haar inwoners te kijken naar persoonlijke verzorging komt de Regio Gooi en Vechtstreek tot de conclusie dat de lijn die door het kabinet is uitgezet in de brief hervorming langdurige zorg de juiste is. Grote delen van de persoonlijke verzorging worden in dat geval ondergebracht bij gemeenten. Dat is ook de lijn waar het kabinet en de Tweede Kamer, als het aan de Regio Gooi en Vechtstreek ligt, aan vast moeten houden. Door nu geen standpunt in te nemen op de geruchten over de persoonlijke verzorging, laat het kabinet zien niet te handelen vanuit het belang van haar inwoners.