ingezonden brief

Beste Ralph,

Het beeld dat het CDA neerzet is niet het aantal koeien dat in de wei loopt, maar de ruimte die we aan boeren bieden om een rendabel bedrijf te kunnen runnen.
De verschillende overheden zijn daar niet eenduidig in. Waar de provincie uitgaat van maximaal 1,5 hectare voor bouwblokken, gaan de gemeenten in dezelfde provincie in de conserverende bestemmingsplannen meestal niet verder dan 1 hectare. En dan hebben we het nog geen eens over Europa. Daar is de richtlijn 2,5 hectare.

Kijken we specifiek naar onze regio, dan gaat het vooral om kleinschalige familiebedrijven. Megastallen kennen we niet en die zijn ook niet te verwachten. En het klopt dat in onze regio meer dan 80% van de koeien in de wei loopt. Dat is namelijk 96%!
Maar percentages zeggen in dit geval niet veel. Dat kan jaarlijks wat verschillen. Wat we wel weten is dat elk jaar ongeveer 3% van de boerenbedrijven stopt. In de afgelopen 30 jaar is het aantal melkveebedrijven gedaald van 60.000 naar 17.000.
Landelijk gezien kunnen er dan per bedrijf wel meer koeien komen, maar dat gaat in onze regio maar heel beperkt op.

Grote delen zijn immers aangewezen als Natura 2000-gebied en andere natuurmaatregelen. Dat is mooi, maar dat beperkt boeren wel in hun bedrijfsvoering. Verbreding is veelal noodzakelijk. Al was het alleen maar om de grote investeringen die deze ondernemers moeten doen rendabel te maken.

En dan staan wij als lokale politici voor de keus. Willen we alleen maar natuur van Natuurmonumenten of willen we daarnaast ook nog koeien in de wei zien?
De boer die de weinig voorkomende Lakenvelders in de wei langs de Cannenburgerweg heeft lopen heeft onlangs van Natuurmonumenten te horen gekregen dat de pacht wordt opgezegd. Dat beeld gaat dus verdwijnen en als we niet oppassen gaat dat steeds verder.

Kortom, zonder boeren geen koeien. Willen we dat ?

Collegiale groet,
Theo Reijn
Fractievoorzitter CDA