persbericht

Ontdekking van zeldzame sprinkhanen

Natuurmonumenten doet twee nieuwe ontdekkingen in het Vechtplassengebied: in de polder van de Ankeveense Plassen is de moerassprinkhaan ontdekt en bij een rietlandje langs de Kortenhoefse Plassen is de zompsprinkhaan weer gezien.

De plekken waar ze zijn gevonden zijn recentelijk afgeplagd om hier de natuur weer te herstellen. De komst van deze twee zeldzame soorten sprinkhanen, die als bedreigde dieren vermeld staan, zijn het bewijs dat de investeringen in herstel van het gebied zijn vruchten afwerpt.

Moerassprinkhaan (mannetje).

De moerassprinkhaan is een van de fraaist gekleurde sprinkhanen in ons land. Van de veldsprinkhanen is het bovendien de grootste soort, het is dus een opvallende verschijning. Deskundigen herkennen de soort aan het geluid dat hij maakt door met de achterschenen tegen het uiteinde van de vleugels te schoppen. Rombout de Wijs, ecoloog bij Natuurmonumenten, ontdekte de moerassprinkhaan begin augustus in Hollands Ankeveen.

Zompsprinkhaan (vrouwtje).

Vorige week ontdekten de onderzoekers ook de zompsprinkhaan bij Kortenhoef. Deze soort was sinds 1950 niet meer gezien in dat gebied. Zompsprinkhanen leven in vochtige graslanden en hooilanden. De eieren kunnen slecht tegen uitdroging, maar kunnen ook niet tegen langdurige overstroming. Door hun korte vleugels kunnen ze niet vliegen en hebben dus maar een beperkt vermogen zicht te verspreiden.

Doordat de sprinkhanen specifieke eisen aan hun omgeving stellen voelen zij zich niet overal thuis. Maar in de oostelijke Vechtplassen zijn door het afplaggen alle factoren aanwezig; niet alleen vochtige plekken met een korte vegetatie voor de eieren van de sprinkhaan maar ook plekken met hogere en dichtere begroeiing voor de volwassen sprinkhanen. In totaal leven in dit gebied vijftien verschillende soorten sprinkhanen.

De Oostelijke Vechtplassen is een nationaal en zelfs internationaal uniek laagveengebied. Mede dankzij subsidiegeld heeft Natuurmonumenten in samenwerking met DLG en Waternet hier de afgelopen jaren een groot herstelproject kunnen uitvoeren. Dat moet gaan resulteren in een grotere variëteit aan planten en dieren.