ingezonden brief
Taalgebruik
Eén van de velen die deze week als raadslid of fractie-assistent benoemd werd, sprak tijdens een borrel tegenover mij haar afschuw uit over de toonzetting van het debat in de raad. Die chagrijnige, venijnige toon die men tegen elkaar gebruikte vond ze verschikkelijk. Ik wist eerlijk gezegd niet waar ze het over had.
Vaag
Chagrijnig? Venijnig? Onze raadsleden in Wijdemeren? Kom nou... Het zijn schatjes! Geen onvertogen woord komt over hun lippen. (Er komt überhaupt weinig memorabels over hun lippen, maar dit terzijde). Nee, dan onze tweede kamer. Daarin noemt men minister president Balkenende een lafaard, minister Koenders een flapdrol en minister Vogelaar knettergek. In het Britse lagerhuis is het nog veel erger; daar maakt men elkaar voortdurend uit voor rotte vis. Kom daar eens om in Wijdemeren. Daar zegt men hooguit dat een college-accoord wat "vaag" is. Niemand die van een ander zegt dat hij "liegt". Als je dat woord opzoekt in het archief van de Wijdemeerse Webkrant van 1996 tot heden, dan krijg je alleen maar iets als: "De Gooi- en Eemlander van vanavond heeft het bericht groot op pagina 2 van het regiokatern. De kop liegt er niet om". Dat is het wel zo'n beetje.
Flapdrol
Wordt hier dan niet gelogen? Oh ja, zeker wel. Ik heb wethouders met een stalen gezicht onwaarheden horen verkondigen. Ik heb burgers zien liegen tegen de gemeente alsof het gedrukt staat. We zijn alleen te beschaafd om dat te zeggen. En we schelden al helemaal niet. De uitzonderingen zijn op de vingers van één hand te tellen. Bovendien, als we schelden doen we het heel netjes. Zo heb ik ooit een wethouder financiën horen zeggen tegen een lastig raadslid dat wat erg negatief commentaar had op de begroting: "U snapt er niets van. U bent een financiële nul. U bent trouwens ook een politieke nul. En als je die twee optelt is de uitkomst nog steeds nul".
Scheldrede
Kijk, dat moeten we wat vaker hebben. Niet die simpele scheldwoorden als flapdrol en knettergek, laat staan vage woorden als "vaag". Nee, we dienen de klassieke literaire scheldrede in ere te herstellen, zoals Cicero en Demosthenes dat deden, en in Nederland Lodewijk van Deyssel. Hij schreef toen hij als criticus een roman moest bespreken: "Ik heb geen lust om in de stoffige taart van deerniswekkend proza te happen, waartoe de heer De Chateleux zijn stinkend bittere en vunzig zure gedachte-vruchten en het giftige meel van zijn ploerten-stijl heeft samengeknoeid." Kijk, dat helpt ons verder!
Tot voor kort hadden wij Putter hiervoor. Helaas, hij heeft zijn pen aan de wilgen gehangen. Het wordt nu allemaal wel wat erg saai in onze gemeente. Kunnen de nieuwe raadsleden daar niet eens wat aan doen?
Please?
Cor Koster
Nederhorst den Berg
|