persbericht

Lintje voor dhr. G. Oudshoorn uit Loosdrecht

De heer G. Oudshoorn uit Loosdrecht heeft op dinsdagavond 4 maart 2008 uit handen van Burgemeester Bijl een Koninklijke Onderscheiding ontvangen. De uitreiking vond plaats op een speciale oefenavond ter gelegenheid van zijn afscheid van de vrijwillige brandweer.

De heer Oudshoorn (55) heeft zich, naast zijn fulltime baan, als brandweervrijwilliger ruim 36 jaar ingezet voor de openbare veiligheid in Loosdrecht en Wijdemeren. Op 1 december 1972 trad hij in dienst bij de toenmalige gemeente Loosdrecht als brandwacht van de vrijwillige brandweer. Enkele jaren later werd hij brandwacht 1e klasse. Deze functie vervulde hij tot 4 maart 2008 op de post in Loosdrecht.

Loyaal en hulpvaardig

De heer Oudshoorn beschikt over veel ervaring, is loyaal en zeer hulpvaardig. Zijn taak als vrijwillig brandweerman heeft hij altijd zeer serieus opgevat. Bij ieder alarm spoedde hij zich altijd trouw naar de kazerne om, indien nodig, met de brandweerploeg uit te rukken. Om zijn kennis en vaardigheden op pijl te houden, was hij een consequente bezoeker van de oefenavonden. Daarnaast heeft hij zijn kennis en vaardigheden als specialist op het gebied van het omzagen van bomen aan menig brandweerman binnen de post overgedragen. Vele jaren heeft hij meegedaan aan brandweerwedstrijden waar een deskundige jury de vaardigheden van de brandweermannen beoordeelt. De heer Oudshoorn heeft er met zijn ploeggenoten vaak zeer goede resultaten behaald.

Fanfarekorps Nieuw Leven

De brandweer is niet de enige die op de inzet van de heer Oudshoorn rekent. Ook voor fanfarekorps Nieuw Leven is hij al jaren vrijwilliger. Sinds 1987 zamelt hij maandelijks het oud papier in. Op andere dagen is de heer Oudshoorn altijd bereid om papier op te halen: één telefoontje en hij komt voorrijden met een aanhangwagen. De opbrengst van het oud papier is voor de vereniging een grote bron van inkomsten.

Kwalificatie

Het Kapittel voor de Civiele Orden kwalificeert de heer Oudshoorn als "iemand die zich geruime tijd ten bate van de samenleving heeft ingespannen".