ingezonden brief

Sportcentrum

Als iemand van de statuur van Ab Krook komt met een idee voor een grote centrale sportaccommodatie voor heel Wijdemeren, dan doen we er goed aan te luisteren. Hij heeft immers veel meer kennis van en ervaring met dit soort zaken dan vrijwel ieder ander in de gemeente omdat hij zoveel jaar professioneel bezig geweest is met sport. Maar die professionale benadering is tegelijkertijd de zwakte van zijn idee, als we kijken naar onze situatie.

Volgens Ab Krook is een "brede visie" nodig voor het sportbeleid in Wijdemeren. Hij pleit voor een gezamenlijk sportcomplex waar allerlei verenigingen gebruik van kunnen maken en dat men ook overdag kan gebruiken voor ouderen, voor sport op de basisscholen en zelfs voor naschoolse opvang. CDA'er Betske van Henten heeft al aangegeven dat er een aantal nadelen aan dit plan kleven. Zelf wil ik twee zaken noemen die het volgens mij onwenselijk maken zoiets ambitieus te realiseren.

Krook heeft voornamelijk als topsportcoördinator gewerkt, met mensen die hun sport professioneel bedreven. In Wijdemeren hebben we alleen maar amateurs. Mensen die deels lid zijn van een sportclub voor de gezelligheid. Mensen ook die zich vaak identificeren met "hun" club, die allerlei zaken voor de club doen, van het draaien van een bardienst tot het opknappen van de gebouwen. Het is heel waarschijnlijk dat het clubgevoel, en daarmee de zelfwerkzaamheid, sterk zal afnemen als het niet meer gaat om hun eigen velden, hun eigen gebouwen. Als de club een sportfaciliteit met andere clubs moet delen, worden ze gebruikers die zich niet of nauwelijks bekommeren om de zaken waar ze zich nu voor inzetten. Niet goed voor het wij-gevoel, dat ook Krook erg belangrijk vindt.

Ten tweede onderschat Krook de afstanden tussen de kernen. Wijdemeren is qua oppervlak de op één na grootste gemeente van Nederland. Nu kunnen sporters - volwassenen en kinderen - fietsend naar de tennisbaan of het voetbalveld. Als er één centrale locatie is, gaan ze met de auto en moeten kinderen gebracht en gehaald worden, iets wat nogal bezwaarlijk kan zijn voor de ouders en voor kinderen die niet tot de top in hun sport (willen) behoren. Niet zo'n probleem misschien als mensen deelnemen aan een bondstraining, maar wel als ze gewoon een balletje willen slaan of trappen.

Er zijn meer redenen, maar de twee hier genoemde zijn misschien belangrijker dan andere - o.a. financiële - overwegingen. Als we het wij-gevoel willen stimuleren en voorzieningen in de kernen willen hebben, dan dienen we heel kritisch naar de voorstellen van Ab Krook te kijken, ook al is hij nog zo goed op de hoogte van de ontwikkelingen in de topsport.

Cor Koster
Nederhorst den Berg