overgenomen uit:

Gemeentehuis aan de Rading idee van Wethouder Bert Nagel
Door: Jaap van Waveren

Bert Nagel, 59 jaar jong, is geboren en getogen in Nederhorst den Berg. Zijn vader en moeder kwamen in 1938 naar dit dorp en betrokken een boerderij aan de Eilandseweg, grenzend aan de Vecht. In 1974 nam hij de boerderij van zijn ouders over en tot op de dag van vandaag oefent hij het beroep van veehouder uit. Dat doet hij extensief. Dit wil zoveel zeggen dat hij geen melkvee heeft, waarvoor hij vroeg op moet staan om te melken, maar koeien heeft die opgefokt worden voor de export. Daarnaast heeft hij nog een kudde van 60 fokschapen.

Zorgen

Als boer en natuurliefhebber maakt hij zich grote zorgen over de agrarische sector. Per dag verdwijnen er 8 bedrijven in Nederland. De vrijgekomen boerderijen krijgen een andere bestemming die het landschap en de natuur vaak niet ten goede komt. Zolang deze worden betrokken om te wonen is er geen probleem maar veelvuldig begint men er allerlei activiteiten die niet stroken met het gebied. De lokale politiek kwam eigenlijk pas in 1990 in beeld toen hem gevraagd werd plaats te nemen op de kandidatenlijst voor de gemeenteraad. Hij was al lang -min of meer slapend- lid van het CDA ondanks het feit dat hij ook wel een beetje liberale gevoelens had. Dit kwam mede door hetgeen hij van huis uit mee kreeg en het feit dat hij toch wel de stereotype kenmerken met zich meedraagt die voor velen aan een boer worden toegeschreven. Enigszins behoudend, wars van branie, praten over zaken waar je verstand van hebt en de handen uit de mouwen steken, passen bij Bert Nagel.

Foto: Wethouder Bert Nagel wijst naar een schilderij van het oude Nederhorst den Berg. De inmiddels gedempte Reevaart blijft, als het aan hem ligt, gewoon dicht. "De ruimte in de dorpskern kunnen we niet missen," zo stelt hij.

De Politiek

Na een periode als raadslid in Nederhorst den Berg werd hij in 1994 vice-fractievoorzitter om vervolgens fractievoorzitter te worden in 1995 toen de heer Cor Koster -door verhuizing naar buiten de gemeente- opstapte. Van deze man, inmiddels voorzitter van het CDA van Wijdemeren, heeft hij veel opgestoken. Hij leerde vooral de zaken te relativeren en herinnert nog steeds een gevleugelde uitspraak met betrekking tot de vele dossiers die een raadslid te behandelen krijgt, "een prachtig rapport maar er staats niets in". Na de verkiezingen in 1998 werd hij wethouder van Financiën voor de laatste termijn in zijn geboortedorp. In die hoedanigheid maakte hij ook deel uit van de stuurgroep die de samenvoeging met 's Graveland en Loosdrecht moest voorbereiden. Hij was niet onmiddellijk enthousiast over de samenvoeging, maar zag duidelijk de beperkingen die een kleine gemeente met zich meebrengt, met name voor het ambtelijk apparaat. Het krijgen van gekwalificeerde ambtelijke invulling is moeilijker voor een kleine gemeente, niet alleen vanwege de financiën maar ook de ambitie van een ambtenaar ligt meer in het werken binnen een grotere gemeente.

Herindeling

Met tevredenheid kijkt hij terug over de wijze waarop er in Nederhorst den Berg is gewerkt en hoe de gemeente voor de samenvoeging is achtergelaten. Ondanks de beperkte vermogenspositie was alles redelijk goed op orde. Ambtelijk is sinds de samenvoeging een grote stap voorwaarts gemaakt. Hij is tevreden over de huidige locatie. In het voorbijrijden had hij het bord te koop gezien en stelde dit als alternatief aan de collega's. Volgens hem had de verhuizing wel wat eerder mogen gebeuren. In de oude gemeentehuizen blijven was in zijn ogen -achteraf gezien- een verkeerde keuze, hoewel hij de sentimenten van de betreffende kernen wel begreep.

Portefeuilles

In het huidige college heeft Bert Nagel welzijn, milieu, natuur, water en onderwijs in zijn portefeuille. Hoewel zijn belangstelling uitging naar financiën is hij met de huidige werkzaamheden bijzonder tevreden. Hij komt veel in de kernen en ontmoet burgers met grote regelmaat. Natuurlijk wordt hij vaak geconfronteerd met problemen en personen die niet helemaal gelukkig zijn. Maar dit is inherent met de portefeuille die hij behartigt waarbij met name de gemeentelijke welzijnssubsidies tot zijn terrein behoren. De eerste periode van zijn wethoudersschap heeft hij veelvuldig de kernen doorkruist om zodoende een beeld te krijgen van wat er speelde en ook om simpelweg te weten waar alles gelegen was. Zo ondervond hij dat er bijvoorbeeld bij het verenigingsleven nog al wat cultuurverschillen waren en kwam tot de conclusie dat bijvoorbeeld de sportverenigingen in Loosdrecht niet alleen zelfstandiger opereerden, maar ook wat professioneler waren.

70% voor 50%

Als halftijdse wethouder komt hij tot de ontdekking dat de baan ruim 70% van zijn tijd inneemt. Dat komt niet alleen door de werkdruk maar meer door zijn gedrevenheid om zich alle kennis eigen te maken die een dergelijke portefeuille met zich mee brengt. Volgens Bert Nagel moet een wethouder voldoende kennis hebben om met minimale hulp van het ambtelijk apparaat in commissie- en raadsvergadering het debat met de gemeenteraadsleden te kunnen voeren. Hij ondervindt wel dat de gemeenteraadsleden door de bank genomen een kennisachterstand hebben t.o.v. het college. Dat ligt niet alleen aan het feit dat de leden niet over dezelfde hulp van de ambtenaren kunnen beschikken maar ook omdat een wethouder, naar buiten toe, zich wat makkelijker kan profileren dan een raadslid. En eigenlijk hoort dit net andersom te zijn. Daar komt nog bij, dat een raadslid minder tijd beschikbaar heeft, omdat de meeste leden naast het raadswerk ook hun reguliere baan nog hebben.

Bescheiden en realistisch

Een gesprek met Wethouder Nagel geeft de indruk te maken te hebben met een persoon die veel enthousiasme opbrengt voor het wethoudersschap en de daarbij behorende problematiek. De vele facetten van het gemeentebestuur hebben zijn levendige belangstelling waarbij hij gebruik maakt van de kennis die hij in zijn loop der jaren heeft vergaard en bijgeleerd tijdens avondstudies. Zo heeft hij zijn 1e - graads M.O. Handelswetenschappen en economie en over financiën hoeft men hem niet veel wijs te maken. Een bescheiden man die weet wat werken is en een realistische kijk heeft op de problemen waarmee de gemeente te kampen heeft. Problemen waarover je niet veel ophef moet maken maar met hard werken een oplossing voor dient te zoeken.