In De Zijlijn 
            De Programmeerlobby  
            Op TV en in de krant roepen mensen uit de politiek (ook  staatssecretaris Dekker) en uit de  ICT wereld om het hardst dat alle  kinderen op school moeten leren programmeren.  Het moet mij van het hart dat het echt volslagen  flauwe kul is om dat zo te roepen. 
Ik krijg daar sterke echo’s uit het begin van de  automatisering bij. In de jaren zeventig werd uit de, toen nog heel beperkte  ICT wereld, geroepen dat het absoluut noodzakelijk was om te weten hoe het  binaire talstelsel werkte als je wilde leren programmeren. Klassen vol  aankomende programmeurs leerden hoe je met een binair (tweetallig, bits op nul  of één) talstelsel  moest rekenen. Kennis waarmee ze in hun  verdere loopbaan niets of vrijwel niets meer deden, zeker niet als ze COBOL, Fortran, Algol, of  bijv. BASIC gingen programmeren. (Of nu PHP, JAVA, C, etc.) Als je in die talen programmeerde kwam je vrijwel  nooit meer in aanraking met het binaire talstelsel. Volkomen zinloze kennis dus. Bleek je het toch te moeten weten, dan verdiepte je je in binair en hexadecimaal rekenen en geheugendumps lezen.             
Wie hadden toen bedacht dat iedere programmeur binair moest kunnen rekenen?  Mensen die stamden uit de begintijd van de  computer, met hun voeten nog in het binaire tijdperk. En daarnaast lieden die zelf nooit  een statement zouden programmeren, maar wel de ICT-goeroe uithingen. In ieder  vakgebied heb je dat soort mensen, die een moeilijke term oppikken, er niets  van snappen, maar er vanuit gaan dat anderen het ook niet snappen en er zo  goede sier mee maken.  Het erge is dat ze elkaar gaan na  papegaaien. Ook nu gebeurt dat. Iedereen die er toe doet roept op dit moment  dat alle kinderen moeten leren programmeren. En dat is net zo’n onzin nu als  indertijd roepen dat alle programmeurs binair moesten kunnen rekenen. Of om eens  een ander vakgebied te noemen, voor het halen van je rijbewijs te eisen dat je  weet hoeveel cilinders de motor van je auto heeft, hoeveel vermogen hij levert, wat een carburateur is (die zijn er niet zo veel meer) en  waar het luchtfilter toe dient. Onzin. 
  (En het maken van een webpagina, dat wordt hier en daar (ten onrechte) ook programmeren genoemd. Zo is programmeren inmiddels een flink vervuild containerbegrip.) 
            Wat wel nuttig is en als vak ingevoerd zou moeten worden  is de kennis over de invloed van automatisering, de gevaren voor de privacy, de  mogelijke gevolgen van robotisering en de gevaren van hackers en van onzorgvuldig  gebruik van sociale media. Zo’n vak hangt veel meer tegen maatschappijleer aan,  dan dat het iets met programmeren te maken heeft. En een vak als logica wellicht, opdat je de denkwijze doorgrondt achter alle electronica om je heen. 
            Laat echt programmeren maar over aan leerlingen die een ICT opleiding willen volgen. Die komen nog wel eens een bit of een byte tegen  als ze informatie aan het versleutelen zijn. Maar dan ben je echt op  weg om iets in het ontzettend brede (en leuke) vakgebied ICT te gaan doen. Van  smartcards tot de cloud, van de thermostaat in je huiskamer tot de zelfrijdende  auto, van de smartphone tot je navigatiesysteem.. 
            Maar allemaal leren programmeren op de basis- of middelbare school  is echt verspilling van tijd, geld en kennis voor 90% van de leerlingen. 
            Niet doen dus. Wel minimaal goed Nederlands, wis- en natuurkunde en twee vreemde talen. 
          Rik Jungmann  |