persbericht  
               
            Diploma voor Kortenhoefse Natuurboer  
            Het was een behoorlijke tijdsinvestering:  anderhalf jaar lang om de week een dag weg van de boerderij om in de  schoolbanken te zitten. Leren hoe je als boer kunt ondernemen in een  natuurgebied. En hoe je ervoor zorgt dat de koeien voldoende voer hebben én  tegelijkertijd de ontwikkeling van de natuur stimuleert. 
              
            Als eerste natuurboer  uit de Vechtplassen, rondde Wilko Kemp uit Kortenhoef deze maand het  cursusprogramma ‘Natuurbeheer en Ondernemerschap’ met goed resultaat af. 
Reden  genoeg voor Natuurmonumenten om een bloemetje te brengen.  
            Natuurbedrijfsplan 
                          De laatste stap in het behalen van het diploma was het presenteren van een  natuurbedrijfsplan. “Ik heb een plan gepresenteerd over hoe Natuurmonumenten en  natuurboeren op een goede manier kunnen samenwerken,” legt Kemp uit.  “Natuurdoelen behalen kan op verschillende wijzen. Het gaat erom dat je naar de  beste manier zoekt voor zowel de boeren als de natuur. Daarnaast moet je met  elkaar blijven praten en respect en begrip voor elkaar kunnen opbrengen.” Niet  voor niets is één van de opleidingsdoelen dat boeren en natuurbeschermers  dezelfde taal gaan spreken om elkaar beter te begrijpen. 
            Win-winsituatie 
                          Natuurinclusief boeren in een natuurgebied is alleen kansrijk als beide  partijen er baat bij hebben. “Er moet echt sprake zijn van een  win-winsituatie”, aldus Kemp. “Als veehouder gebruik ik het gras uit het  natuurgebied als hooi voor de koeien. Doordat ik het natuurgebied maai en het  maaisel gebruik als voer, bespaart Natuurmonumenten tegelijkertijd op de  beheerkosten van het gebied. Anders hadden ze een loonwerker het werk moeten  laten doen!” 
            Kruiden 
                          In anderhalf jaar tijd heeft Kemp behoorlijk wat waardevolle kennis opgedaan.  Bijvoorbeeld over kruiden: “Veel boeren zien alles wat geen Engels raaigras is  als onkruid. Er zijn natuurlijk probleem-kruiden, zoals lidrus en ridderzuring,  die schadelijk kunnen zijn voor het vee. Maar er zijn ook kruiden, die wél  welkom zijn. Zo is de Spaanse ruiter, een zeldzame distelsoort, een indicator  een gezonde bodem en een hoge natuurkwaliteit.” 
            Pilotgroep 
                        Kemp nam deel aan de landelijke pilotgroep, die de vernieuwde versie van het  cursusprogramma volgde. “De deelnemers kwamen uit heel het land, zoals  Terschelling en Lage Zwaluwe. Het was interessant om te horen waar mijn  collega’s tegen aanliepen.” De lessen werden verzorgd door verschillende  docenten. “Omdat het een pilot was, waren veel leraren en boswachters  nieuwsgierig naar de lessen. Soms zaten er meer docenten in de klas dan  leerlingen”, vertelt Kemp. Het cursusprogramma is ontwikkeld door Stichting vangroenewaarde  in samenwerking met Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Aeres Hogeschool Dronten  en HAS Den Bosch. Meer info is te vinden op www.vangroenewaarde.nl.  |