persbericht
             
               
            Rekenkamercommissie: 
              Waarheen met het Plassenschap Loosdrecht?
              
            Er doen zich  fundamentele problemen voor rond het Plassenschap Loosdrecht e.o. en zijn  deelnemers. Een principiële herbezinning op positie, rol en relaties van het  Plassenschap is noodzakelijk. Dit schrijft de rekenkamercommissie Wijdemeren in  een brief aan de gemeenteraad.  
            Het  Plassenschap beheert, exploiteert en onderhoudt sinds 1957 het Loosdrechtse  plassengebied als openbare recreatievoorziening en draagt bij aan de  bescherming van natuur en landschap. Het schap is een ‘gemeenschappelijke  regeling’, waaraan de provincies Noord-Holland en Utrecht en de gemeenten  Stichtse Vecht (sinds 1 januari jl.) en Wijdemeren deelnemen. De gemeente  Utrecht is formeel geen deelnemer maar betaalt wel mee. Aan het  Plassenschapsbudget 2011 van rond 1,23 miljoen euro draagt de gemeente  Wijdemeren rond 0,33 miljoen bij. 
              Het  personeel van het Plassenschap is in dienst van Recreatie Midden-Nederland 
            te  Utrecht, dat als gezamenlijke uitvoeringsdienst optreedt voor het Plassenschap,  alsmede drie in de provincie Utrecht werkzame recreatieschappen. 
            De  rekenkamercommissie constateert dat het Plassenschap zich financieel op een  hellend vlak beweegt. Het wordt geconfronteerd met een gestage afname van de  deelnemersbijdragen, waardoor de noodzakelijke vervanging van beschoeiingen van  legakkers, vaarwegen, eilanden en recreatieterreinen niet kan plaatsvinden. Een  verdere  aantasting van het  investeringsniveau en van het reguliere en groot onderhoud ligt in het  verschiet. De recente beslissing van de deelnemers om hun jaarlijkse bijdragen  structureel met 5% te verlagen, versnelt dat nog. 
            Hoewel  de gemeente Wijdemeren grote economische, ecologische en cultuurhistorische  belangen heeft bij het unieke Loosdrechtse plassengebied liep zij voorop bij  het verlagen van de deelnemersbijdragen. De gemeente eiste aanvankelijk een  verlaging van 10%. Bij de rekenkamercommissie is daarom de vraag gerezen of Wijdemeren  de omvangrijke bedragen (in totaal rond 0,9 miljoen euro) die andere overheden  jaarlijks inzetten voor het Plassenschap wel op de juiste waarde schat.  
              Kritiek  op beleid en uitvoering van het Plassenschap die de rekenkamercommissie heeft  beluisterd komt als een boemerang terug bij raad en college van Wijdemeren. De  bestuurlijke invloed van de gemeente Wijdemeren is - gemeten naar aard en  aantal van de posten die college- en raadsleden in het Plassenschapsbestuur  innemen - beduidend groter dan haar aandeel in de financiering. Klaarblijkelijk  is die invloed niet op de meest effectieve wijze aangewend. 
           De rekenkamercommissie dringt er bij de raad en  het college van b&w op aan een stevige beleidsvisie te ontwikkelen op  toerisme en recreatie en op de functie die het Loosdrechtse plassengebied  daarin vervult. Van daaruit dienen – samen met de andere deelnemers - keuzes te  worden gemaakt voor de toekomst van het Plassenschap. Het hele spectrum van  revitalisering tot opheffing kan daarbij in beschouwing worden genomen. |