| 
             
                Citaat Column Wijdemeren Journaal 
            
                
                
                  
            Column van de 
            burgemeester 
            Zicht op Zaken 
            Kritiek op de overheid is van alle 
            tijden. Zeker de gemeente heeft daar veel mee te maken als de 
            dichtst bij de burger staande overheid. In deze economisch moeilijke 
            tijden speelt bovendien een rol, dat soms weinig populaire 
            maatregelen nodig zijn zoals het verminderen van subsidies. Dat niet 
            iedereen hier bij staat te juichen is begrijpelijk. Maar mogen wij 
            het over de feiten hebben en niet over veronderstellingen? 
            Een paar voorbeelden? Ik lees 
            regelmatig feitelijk onjuiste beweringen in ingezonden stukken, 
            columns en brieven die als 'waar' worden aangenomen. Daarbij is de 
            toonzetting vaak zeer negatief. Zo werd er gesuggereerd, dat de 
            samenvoeging van Loenen en Wijdemeren ingegeven zou zijn door hogere 
            salarissen van bestuurders en ambtenaren. Dat is onzin. De 
            salarissen van bestuurders zijn bij wet geregeld. De eigen groei van 
            het inwonertal van Wijdemeren brengt de gemeente in dezelfde 
            klassegrootte als de samenvoeging met Loenen. Het maakt dus niets 
            uit. De salarissen van de ambtenaren zijn daaraan niet gekoppeld; 
            wel aan een normale functiewaardering waarbij de zwaarte van de 
            functie telt. 
            Nog een voorbeeld. Uit een ingezonden brief bleek dat een inwoner 
            het niet eens was met de bezuinigingen op de 
            binnensportaccommodaties. Dat kan en dat mag. Hij schrijft echter, 
            dat de jeugd moet bloeden, terwijl er uitgerekend voor de jeugd een 
            aparte subsidieregeling is getroffen. Maar dat vermeldt hij niet. 
            Dat raadsleden soms worden 
            afgeschilderd als geld stelende politici vind ik heel erg. Geld 
            stelen betekent op een onrechtmatige manier geld van iemand afnemen 
            voor eigen gebruik. Dat is volstrekt niet aan de orde en mag niet 
            worden beweerd. De gemeenteraad en het college van B en W hebben 
            onder meer tot taak individuele belangen en het algemeen belang af 
            te wegen. Dat systeem is lang geleden ingevoerd om te voorkomen dat 
            het recht van de sterkste geldt. Bij die afweging wordt rekening 
            gehouden met al die individuele belangen, maar zij zijn niet 
            doorslaggevend. Het gevolg is dat mensen soms ontevreden zijn. Deze 
            mensen kunnen via inspraak en soms via de rechter proberen hun 
            gelijk te krijgen, maar uiteindelijk wordt de knoop doorgehakt. Zo 
            hoort dat ook. 
            En elke vier jaar kunnen alle inwoners bij de 
            gemeenteraadsverkiezingen aangeven of zij vinden dat de raadsleden 
            redelijke afwegingen hebben gemaakt. Wat niet hoort is dat de 
            raadsleden en de bestuurders als personen zwart worden gemaakt, 
            omdat men het niet eens is met hun afwegingen. Daar schuilt ook een 
            levensgroot gevaar in. Als respect en fatsoen verdwijnen willen 
            gekwalificeerde en betrokken mensen zich niet meer kandidaat stellen 
            voor de gemeenteraad. Dat is nu al zichtbaar. Politieke partijen 
            hebben veel moeite goede mensen te vinden, omdat zij zich niet 
            willen blootstellen aan onheuse bejegeningen. Het werk als raadslid 
            vraagt veel tijd tegen een relatief geringe vergoeding (niets 
            pluche!). Het gevolg kan zijn, dat de kwaliteit omlaag gaat. Daarvan 
            zullen alle inwoners de nadelige gevolgen op den duur gaan merken. 
            De moeilijke, maar o zo belangrijke belangenafweging zal daaronder 
            gaan lijden. De enige weg is allen normale omgangsvormen te 
            hanteren. Kritiek hoort erbij, maar graag wel op basis van feiten en 
            fatsoen. Don 
            Bijl 
            Burgemeester  |