persbericht

IJskelder favoriet bij overwinterende vleermuizen

Vleermuizen weten de ijskelder op buitenplaats Schaep en Burgh in ’s-Graveland goed te vinden. De jaarlijkse telling van Natuurmonumenten leverde maar liefst zeventien exemplaren op: dertien watervleermuizen, drie baardvleermuizen en een franjestaart. Vooral deze laatste soort is een bijzonderheid op de buitenplaatsen.

Al 45 jaar tellen de boswachters van Natuurmonumenten de vleermuizen in de ijskelder van buitenplaats Schaep en Burgh. Boswachters Luc Hoogenstein en Annemieke Ouwehand zijn erg tevreden over het resultaat. “Drie dieren meer dan de afgelopen jaren en daarmee zijn we terug op het topniveau van 2011. En ook nog een franjestaart, een soort die ik hier al vier jaar niet heb gezien” aldus Ouwehand. In Nederland leven meer dan twintig soorten vleermuizen, waarvan er negen zeldzaam zijn. Alle soorten zijn wettelijk beschermd in Europa. 

Natuurmonumenten heeft, in overleg met de Zoogdiervereniging, de ijskelder in 2016 opgeknapt om de omstandigheden voor vleermuizen te optimaliseren. In de kelder is onder meer een nieuwe zandlaag aangebracht, zodat de luchtvochtigheid hoog blijft. “Daardoor blijft de temperatuur stabiel en dat maakt de ijskelder tot een ideale winterslaaplocatie, evenals de rust en het gebrek aan licht,” vertelt Hoogenstein. “Watervleermuizen zie je veel op buitenplaatsen vanwege de combinatie van bomen en water: lange lanen met vijvers en sloten. Dus volop voedsel. Wist je dat elke vleermuis wel een miljoen muggen per jaar vangt?”

IJskelders zijn de voorlopers van onze vriezers: ze werden gebruikt om in de zomer ijs te bewaren. Dat werd in de keukens van landhuizen gebruikt om bederfelijke producten zoals vlees en vis goed te houden. De cirkelvormige ijskelder van Schaep en Burgh is gebouwd in 1810. Hij bevindt zich achter het landhuis en is herkenbaar als begroeide heuvel. Om de vleermuizen niet te verstoren is de ijskelder niet toegankelijk, maar je kunt hem wel van buiten bewonderen.