Weekblad Wijdemeren 21 september 2016
Luctor et emergo
'Ik worstelde tijdens mijn wethouderschap en
kom nu weer boven’ dankzij een wachtgeldregeling.
Dat is in het kort het verweer van
ex-wethouder Gert Zagt en mijn ex-collega.
In diverse media schrijft Gert Zagt dat zijn
bedrijf moest interen, omdat hij dag en nacht
werkte voor de gemeenschap. Een enigszins
verwonderlijke uitspraak als je een nieuwe
partij opricht met het oogmerk bij de volgende
verkiezingen weer in het gemeentebestuur
te komen, mogelijk als wethouder.
Ik wil reageren omdat de indruk zou kunnen
bestaan dat er een dealtje werd gesloten tussen
twee toentertijd DB-wethouders die voor beide
financieel profijtelijk was. Dit is gedeeltelijk
waar doch vraagt om enige uitleg.
In 2011
kwam Gert Zagt bij mij met de mededeling
dat het fulltime wethouderschap voor hem
een grote financiële aderlating betekende. Hij
noemde het bedrag en laat ik het omschrijven
als jaarlijks meer dan mijn eigen jaarlijkse
wethoudersalaris. Hij vroeg mij of ik akkoord
ging met een teruggang en overdracht van 0,5
fte, zodat hij kon worden aangemerkt als parttime
wethouder. Niet gehinderd door enige
kennis van zaken hieromtrent stemde ik toe,
maar hij moest dan wel 0,5 fte aan portefeuilles
aan mij overdragen. Anders kwam de geloofwaardigheid
ernstig in gedrang.
Wat Gert echter niet had meegedeeld, was
dat de portefeuille grondzaken ook het revindicatie
project (dossier landjepik) bevatte.
Een project door hem gestart ondanks
negatieve ambtelijke adviezen. Dat heb ik
geweten en dat alles voor €168,- per maand
erbij.
De tweede reden dat ik reageer heeft te
maken met de vaak ongefundeerde kritiek
op de ambtenaren. Je kunt als wethouder de
ambtenaren voor je laten werken of met de
ambtenaren samenwerken op gelijkwaardig
niveau. Dat laatste heeft mij geleerd dat het
op een plezierige en productieve wijze kan
gebeuren. Terugkomend op de wachtgeldregeling
is vastgesteld dat alles juridisch correct
is verlopen. Blijft de vraag of het moreel ook
correct is in periodes waarin veel bezuinigd
moest worden.
Toen wethouder Abrahamse
gedwongen moest opstappen, zag hij af van
wachtgeld. Hij vond het niet correct. Gert
heeft zich meermalen opgeworpen als een
gelovig, gewetensvol en principieel mens bijvoorbeeld
bij de zondagsopening van de winkels.
Hij verweert zich door te stellen dat hij
dag en nacht voor de gemeenschap in touw
was. Wellicht is het daardoor dat hij het tiende
gebod vergeten is. ‘Gij zult niet begeren, wees
tevreden met wat je hebt’.
Jaap van Waveren, Loosdrecht |