persbericht
Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek scoort goed
De investeringen in Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek werpen hun vruchten af. Het rapport van de Inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg van juni 2016 laat zien dat Veilig Thuis G&V voldoet aan
22 van de 24 verwachtingen.
De afgelopen maanden hebben de gemeenten stevig geïnvesteerd in Veilig Thuis G&V. Een proces dat na de zomer van 2015 reeds is ingezet. Mede dankzij de inspanningen van onze regiogemeenten kan nu worden gemeld dat er een succesvol traject is doorlopen. De Regio Gooi en Vechtstreek is verheugd met de bevindingen en gaat ervan uit dat zij de laatste twee verbeterpunten voor 1 januari 2017 heeft gerealiseerd. Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek blijft zich ondertussen dagelijks inzetten voor het stoppen van huiselijk geweld en kindermishandeling en het duurzaam borgen van de veiligheid van alle betrokkenen.
Het Rijk heeft er voor gekozen om de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld in één
organisatie onder te brengen onder de naam: Veilig Thuis, met als ondertitel Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor dit meldpunt, een samenvoeging van het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). De gemeenten in de regio hebben ervoor gekozen Veilig Thuis bij de Regio Gooi en Vechtstreek onder te brengen.
Met het vormen van één Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek is het gelukt is om een herkenbare toegang te creëren voor alle vragen en meldingen rondom huiselijk geweld en kindermishandeling. Signalen en meldingen worden in samenhang ontvangen, beoordeeld en opgepakt. Inwoners en professionals van onze regio weten Veilig Thuis goed te vinden. In 2015 ontving Veilig Thuis ruim 6200 telefonische contacten en werden 991 meldingen in behandeling genomen.
De twee resterende aandachtspunten van de Inspecties hebben te maken met termijnoverschrijdingen. De Inspectie gaat er vanuit dat alle vragen en dossiers binnen bepaalde termijnen worden behandeld. Het gaat hierbij om termijnen van vijf dagen en tien weken. In de praktijk blijkt dat dit nu nog niet altijd haalbaar is. Op enkele dossiers vinden termijnoverschrijdingen plaats. Soms is er meer tijd nodig om een goede inschatting van de veiligheid (binnen vijf dagen) te maken of uitgebreider onderzoek te doen (tien weken). Er wordt een plan van aanpak uitgewerkt om voor 1 januari 2017 in alle gevallen aan de gestelde termijnen te voldoen.
|