Putter
Fusiedebat
Het fusiedebat over de toekomst van Wijdemeren begint duistere trekjes te vertonen. Niet alles speelt zich blijkbaar in de openbaarheid af en dat is geen aangenaam gevoel.
Deze week bleek dat ook de commissaris van de Koning zijn onverbloemde mening al lang geleden kenbaar heeft gemaakt: Wijdemeren moet naar Hilversum, want nu al weet hij dat een zelfstandig Wijdemeren ondenkbaar is. En dan zijn we weer beland in zo’n elitegroepje dat zich weinig aantrekt van de mening van de mensen om wie het eigenlijk gaat. En waarbinnen, zoals het gerucht wil, al leuke afspraken zijn gemaakt.
Bijna 80 procent van die Wijdemeerse mensen wil geen fusie, wil wel samenwerking maar vinden een opgaan in Hilversum een slecht idee. En gelijk hebben ze, want buitengebieden hebben nu eenmaal minder te vertellen, zijn welkom als woning- en bedrijfsuitbreiding en zullen heel wat van hun ruimte en groen moeten afstaan.
De commissaris, de burgemeesters, de wethouders, de bedisselaars achter de schermen, zij zullen aantonen dat de bestuurskracht van Wijdemeren onvoldoende is. Ja, nogal wiedes. Eerst maak je wetten en regels die zo ingewikkeld zijn dat er alom chaos ontstaat, dat niemand er meer een touw aan kan vastknopen, en zelfs een gemeente als Amsterdam regelmatig de weg kwijt is. De zorg in het algemeen is daar een schrijnend voorbeeld van, maar staat heus niet alleen. Een lichtende uitspraak over dit fenomeen is van WOII minister-president Gerbrandy die zei: “als een doodgewone Friese boer mijn wetten en regels niet begrijpt dan gooi ik ze in de prullenbak.”
Duidelijk is: wij, die hier wonen, willen zelfstandig blijven en geven de voorkeur aan samenwerking met Stichtse Vecht en Weesp. Die inmiddels Wijdemeren hebben leren kennen als onbetrouwbaar, prototype van de politieke draaitol. En Dik en Erik mogen nog zoveel van onze kleine kernen houden, als ze onder de wals liggen kan niemand ze meer horen.
Putter |