Het Willy Dasplein in Nederhorst den Berg kon wel wat fleur gebruiken, zo vonden de ondernemers die hun winkel aan dat plein hebben. Daarom besloot men plantenbakken op te hangen, net zoals dat al jaren gebeurt langs de Middenweg. Voor alle zekerheid vroegen ze eerst wethouder Theo Reijn wat hij ervan vond, en die ging akkoord.

Een paar weken geleden werden ze opgehangen, die plantenbakken. Twee dagen later verscheen er iemand van de gemeente met een groen karretje die ze begon te verwijderen. Paniek bij de winkeliers: “Wat is hier aan de hand?” Een snel telefoontje naar de gemeente leerde dat er geen vergunning verleend was voor het ophangen, en dus… “Maar we hebben toestemming van de wethouder”, zeiden de ondernemers.

Niets op papier

Maar de zaak is nog niet klaar. Het bleek dat er niets op papier gezet was, en dat hoort wèl. Wie de bloemetjes water geeft, bijvoorbeeld, en wat er gebeurt als een plantje doodgaat. Dat moet eerst geregeld worden. Schriftelijk. Bovendien, stel je voor dat zo’n bloembak spontaan naar beneden valt en er loopt net een oud dametje onder. De ramp zou niet te overzien zijn. En wie gaat de bakken er weer vanaf halen aan het einde van de zomer?

Twee werelden

Voorlopig mogen de plantenbakken blijven hangen, althans totdat de gemeente een gesprek gehad heeft met de ondernemers, eind juni. Je vraagt je af hoe het kan dat de gemeente enerzijds burgers wil betrekken bij het groenonderhoud en anderzijds burgerinitiatieven afknijpt. Hoe zit dat eigenlijk met die bestuurders op het gemeentehuis en die ambtenaren? Hebben we hier te maken met twee gescheiden werelden? Kennelijk weten ambtenaren niet wat de politiek wil, en weten politici niet wat ambtenaren doen. Het wordt tijd dat het College hier actie onderneemt. Een beetje communicatie onderling, bijvoorbeeld, zodat ambtenaren weten wat de bedoeling is, en wat niet.