De VVD fractie stelt vragen over de brief over het revindicatieproject die wethouder Joep Frijdal namens het college naar de raad stuurde.
Alle elementen die de VVD voor de verkiezingen in de discussie inbracht zijn in de vragen terug te vinden. Bijvoorbeeld de scheiding tussen kleine, middelmatige en grote "landjepikkende burgers". En de vraag wat er met terugwerkende kracht gedaan moet worden met burgers die vanwege gebrek aan middelen of omdat zij zich geïntimideerd voelden door de gemeente in arren moede maar een klein stuk (verjaarde?) grond van de gemeente zijn gaan kopen of huren, omdat zij niet anders konden.
En tenslotte stelt de VVD de vraag of de door het college in de brief voorgestelde procedure beter is dan het beleid en de houding van het vorige college. Met andere woorden heeft de verkiezingsuitslag, de eerder ingediende motie van wantrouwen en de deelname van de VVD aan de huidige coalitie invloed op het gevoerde beleid t.a.v. de revindicatie, of maakt dat niets uit? Uit de laatste alinea van de brief van de wethouder lijkt op te maken dat het beleid van het vorige college onverkort en ongewijzigd wordt voortgezet.
Dossier Revindicatie |