persbericht
Regiogemeenten vragen duidelijkheid
De gemeenten in Gooi- en Vechtstreek sturen staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een brief over de hervorming van de langdurige zorg en ondersteuning. Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor ondersteuning, begeleiding en persoonlijke verzorging. In de brief geven de gemeenten aan dat zij een verantwoorde overdracht van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden willen. De gemeenten willen met de brief voorkomen dat inwoners in de overgangsperiode 2013-2014 geen toegang hebben tot passende zorg en ondersteuning.
Het kabinet wil de langdurige zorg en de hulp in de huishouding hervormen. Dit gaat het kabinet doen door wonen en zorg te scheiden, verpleegkundige zorgtaken onder te brengen bij zorgverzekeraars en gemeenten verantwoordelijk te maken voor ondersteuning, begeleiding en persoonlijke verzorging. Het overdragen van deze verantwoordelijkheden naar gemeenten gaat gepaard met omvangrijke bezuinigingen.
Gemeenten vragen duidelijkheid
De gemeenten in Gooi- en Vechtstreek bereiden zich gezamenlijk voor op de nieuwe taken en verantwoordelijkheden. In de samenwerking is het principe van ‘de vraag centraal’ één van de belangrijkste speerpunten. Hiermee zijn al goede resultaten geboekt, waaronder de Wmo-taxi en recent de inkoop van de hulp bij de huishouding. Beide voorzieningen zijn tot stand gekomen in samenspraak met inwoners en professionele dienstverleners. Toch zijn er ook zorgen bij de gemeenten. Met de bezuinigingen vraagt het rijk van de gemeenten om keuzes te maken. De huidige wetgeving voorziet daar nog niet in. Dat maakt dat mensen nu al de gevolgen van de bezuiniging op de langdurige zorg ervaren, terwijl gemeenten nog niet het wettelijk mandaat en de middelen hebben om de gevolgen daarvan op te vangen. In de brief vragen de gemeenten het rijk daarom snel duidelijkheid te geven over de wijziging van de wet en de taken waar de gemeenten verantwoordelijk voor worden.
Overgangsperiode
Naast bezuinigingen op huishoudelijke hulp vinden er in de periode 2013 – 2014 nog meer veranderingen plaats. Het vervoersbudget AWBZ-dagbesteding wordt gehalveerd en de AWBZ-dagbesteding voor nieuwe klanten wordt in 2014 afgeschaft. De zorgnorm voor persoonlijke verzorging wordt verhoogd, er komt een 10-uurs grens voor het persoonsgebonden budget in de AWBZ en respijtzorg in de vorm van kortdurend verblijf valt weg. De gemeenten hebben geen middelen en mandaat om de effecten hiervan op te vangen. De vrees bestaat dat veel mensen hun zorgvraag zullen uitstellen tot 2015, wanneer de gemeenten verantwoordelijk worden voor de uitvoering. De ervaring is dat het veel moeilijker is om met mensen waarbij het water tot de lippen staat een gesprek over eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid te voeren. De gemeenten vragen de staatssecretaris om in 2014 mandaat en middelen te geven om met inwoners in gesprek te kunnen gaan en samen met hen tot oplossingen te komen, vanuit eigen kracht en verantwoordelijkheid. Een dergelijke overgangsregeling zou voor een betere geleidelijke overdracht zorgen van verantwoordelijkheden aan de gemeenten. |