ingezonden brief
Onbehoorlijk bestuur
Elk college van B&W maakt fouten. Het zijn tenslotte mensen. Tot nog toe was er nog niet veel misgegaan, maar afgelopen donderdag ging het college fors in de fout.
Het ging over de verplaatsing van De Spot naar het oude gemeentehuis aan de Voorstraat in Nederhorst den Berg. Een onschuldig onderwerp, ware het niet dat er daardoor met vele andere zaken geschoven moest worden. Zo moest de projectontwikkelaar, die al acht jaar probeert om aan de Voorstraat iets gebouwd te krijgen, maar afzien van alle gemaakte plannen. Het college wenste zich niet te houden aan de afspraken die met hem gemaakt waren, op wethouder Abrahamse na, die zich overigens niet zozeer druk leek te maken over contractuele verplichtingen t.a.v. de bouwer, alswel over de hoge kosten van de verhuizing. Onduidelijk is wat de burgemeester ervan vond; zijn visie was in geen velden of wegen te bekennen, terwijl hij toch echt lid is van het college van burgemeester en wethouders.
Het kan anders
De houding van het college bracht Felix Flameling van Groen Links ertoe om de aanwezige collegeleden te vragen: "Vindt u zelf dat u 'behoorlijk' bezig bent?" Omdat 'onbehoorlijk bestuur' een beladen term is - ook al wordt er in de wet geen definitie van gegeven - wekte het geen verwondering dat alle leden van B&W vonden dat men 'behoorlijk' bezig was.
Ik geloof graag dat men dat zelf vindt. Maar er is één ding dat men lijkt te vergeten: de continuïteit van bestuur. Een college van B&W is altijd een voortzetting van een eerder college, zij het vrijwel altijd met een andere samenstelling en met andere ideeën. Het gaat niet aan om elke vier jaar opnieuw, als nieuwe wethouder of als nieuw college, met frisse blik rond te kijken en te zeggen: het kan anders… het moet anders…. Sommige zaken kunnen namelijk NIET anders. Waarom niet? Omdat er afspraken gemaakt zijn waar mensen zich op verlaten. Omdat er contracten zijn. Omdat een jojo-beleid onacceptabel is.
Kettingbeding
Wethouders Zagt, Boermans en Van Waveren hebben dat vergeten. Gebrek aan ervaring? Gebrek aan kennis? Te weinig gevoel voor het feit dat zij een schakel in een ketting zijn? Ook in bestuurlijk opzicht kun je immers spreken van een kettingbeding: een verplichting van het vorige college geldt ook voor de volgende ambtsdragers. Als je je daar niet aan houdt, pleeg je onbehoorlijk bestuur.
Of… hebben we hier misschien gewoon te maken met bestuurlijke incompetentie?
Cor Koster,
Nederhorst den Berg |