ingezonden bericht
Gesprek
“Mag ik u een kop koffie aanbieden?”
Het was nog vroeg in de morgen, het terras was matig bezet. Hij trok een stoel bij en ging er even voor zitten.
“U bent toch van de politiek, als ik het goed heb?”
“Nou nee,”, zei ik.
“Geeft niet”, ging hij opgewekt verder, “t Is eigenlijk maar beter ook. Maar u zal toch wel iets gehoord hebben over Ottenhome.”
“Dat wel”, beaamde ik
“Een schande is het. Ottenhome, de grootste botenverhuurderij van Europa verdwijnt. Dure huizen gaan ze bouwen. Loosdrecht gaat naar de knoppen. Bent u bij die laatste vergadering van de raadscommissie geweest?
“Nee,”moest ik bekennen.
“Nou ik wel. Je gelooft je eigen oren niet. Wat een slap geklets. Volgens mij weten ze niet eens precies waar ze het over hebben. Zo’n Jaap van Waveren bewijst dat er van al die mooie Fortisverhalen geen moer terecht komt. Straks kunnen er nog een paar kano’s liggen dat is alles. Maar hij kan nog zo gelijk hebben, en er kunnen nog zoveel Loosdrechters in de zaal zitten, ze doen net of ze gek zijn en stomen gewoon door.
“En nog wel met een nieuwe Loosdrechtse wethouder,” kon ik niet nalaten te zeggen.
We namen een slok van onze koffie.
“Weet u,” vervolgde hij, “ik volg de gemeenteraad al jaren. Zo belazerd als op het ogenblik is het nog nooit geweest. Neem nou zo’n…hoe heet hij ook weer, Hillbrand en nog wat, die je uren kan doorzagen over bomen. Die naaien ze een oor aan waar die bij staat. Eerst in Nederhorst den Berg, nu in ’s-Graveland, ze lachen hem gewoon uit. En die Boshuis van de Partij van de Arbeid met z’n sociale woningbouw. Weer mis. Er was sprake van vervuiling en dan geldt de afspraak blijkbaar niet. Ja, gek hè, als er honderd jaar een fabriek heeft gestaan. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Maar Ottenhome gaat me het meest aan m’n hart. Ik zie nog die grote Dwarshuis lopen met z’n pikhaak.”
“Da’s lang geleden,”vulde ik aan.
Hij riep de ober en rekende af.
“Wat ik ook nog even kwijt wil is dit”, zei hij terwijl hij opstond .”Dorspbelangen Wijdemeren en Dorpsbelangen Loosdrecht, is dat niet een beetje zonde? Daar moeten jullie eens iets aan doen.”
“ Ik zal het overbrengen” beloofde ik.
“Tot ziens dan,”besloot hij. “U woont in Kortenhoef hè. Houen zo!
Putter
|
Kronkel was het pseudoniem van columnist Simon Carmiggelt, die in de jaren zestig en zeventig zijn dagelijkse Kronkels schreef voor Het Parool.
Zijn columns werden bevolkt door sombere mannen in vale regenjassen die uitspraken deden over de wereld om hen heen in Amsterdam, terwijl zij nipten aan hun borrel in de bruine kroeg. Vaak lieten zij ook hun hondje uit en klaagden zij over hun vrouw en kinderen. Carmiggelt trad ook regelmatig op voor de VARA televisie waar hij dan een Kronkel voorlas met de droevige oogopslag. red. WWK |