ingezonden bericht
In de Gooi & Eemlander zegt wethouder Neef, dat permanente bewoning
inderdaad niet is toegestaan (!), maar dat B&W/raad van Loosdrecht dit
hebben toegestaan. Dat bestrijd ik als oud-raadslid. Kan wethouder Neef
deze uitspraak schriftelijk aantonen zonder dat een beroep op de WOB nodig
is?
En is betrokken wethouder niet ook verantwoordelijk voor voortzetting van
beleid van zijn voorganger? In de Nieuwsster zegt wethouder Lorjé dat de
gemeente nooit een schriftelijke toezegging had gedaan.
Eén van beiden geeft dus onjuiste/onbetrouwbare informatie.
Mijn eerste vraag als burger is: Wie? Kan betrokkene vervolgens excuses
aanbieden en vanaf dat moment de wet c.q. het lokale besluit gaan laten
handhaven?
Vervolgens constateer ik, dat er met meerdere maten is gemeten. Bewoners
van recreatiewoningen en woonboten hebben destijds een brief gekregen om
aan te tonen dat ze vanaf een bepaalde datum (lang vóór de Driesprong werd
gebouwd!) er al woonden om zo een persoonsgebonden gedoogbeschikking te
kunnen krijgen; of niet natuurlijk als daar niet aan wordt voldaan.
Mijn tweede vraag is dan ook: is hier sprake van positieve discriminatie
van bewoners van de Driesprong met zeer hoge inkomens? Zo nee, hoe kan dat
worden aangetoond?
Mijn derde vraag is: Kan de wethouder toezeggen dit met terugwerkende
kracht te gaan doen zodat weer sprake is van gelijke behandeling?
Mijn slotvraag is: Als er NU een nieuwe bewoner komt, wordt dan wel de wet
en/of het raadsbesluit om geen permanente bewoning toe te staan toegepast?
Immers, betrokkene voldoet natuurlijk nooit aan de benodigde jaren
bewoning om hiervoor in aanmerking te komen. en hoe wordt dat toegepast in
vergelijkbare gevallen? Of is vanaf een bepaalde datum op adressen waar de
één dit niet mocht nu ineens wel permanente bewoning toegestaan?
W(im) van Oudheusden
Loosdrecht
|