Wijdemeren, 26 mei 2005

Op vier mei stond in de Wijdemeerse Webkrant dat een brooddropping in Nederhorst niet door kon gaan, omdat de vergunning te laat zou zijn verleend. Dat is onjuist stelt burgemeester Don Bijl.

Burgemeester Don Bijl reageerde naar de Webkrant in een brief waarin hij de gang zaken rond de berichtgeving over de voedseldropping zei te betreuren. Hij stoorde zich met name aan de zinsnede: "De aanvraag was op het gemeentehuis in een la blijven liggen."

Uit een tweede brief die de de burgemeester aan de voorzitter van de Oranjevereniging Nederhorst den Berg schreef ( met cc. aan de WWK) over de kwestie en over de inhoud van het bericht in de Wijdemeerse Webkrant, komt een ander beeld naar voren dan geschetst in het artikel van 4 mei.

De Oranjevereniging heeft op 25 april contact opgenomen met de gemeente. Bij die gelegenheid is gemeld dat er een voedseldropping zou plaatsvinden. Er is echter niet bij gezegd dat de Oranjeverenging de organisator van de dropping was. De gemeente meende dat de Stichting Bridgehead, die ook de bevrijdingstocht organiseerde, de dropping zou organiseren. Daar begon het misverstand.

Toen de gemeente dezelfde dag per email aan Bridgehead naar de dropping vroeg, antwoordde deze op 29 april dat men geen dropping zou uitvoeren, maar alleen met een paar kleine vliegtuigen over zou vliegen. Voor de gemeente was er dus geen sprake van een dropping of een aanvraag voor een vergunning voor een dropping.

Op 2 mei was er weer contact tussen de gemeente en de Oranjevereniging. De Oranjeverenging had geen vergunningaanvraag ingediend en er hadden geen gesprekken plaatsgevonden over de te nemen maatregelen voor de veiligheid van de omstanders. Dat was voor de burgemeester aanleiding om geen vergunning te verlenen, mede omdat er nog maar twee dagen lagen tussen de dropping en 2 mei. Later die dag is dat besluit telefonisch aan de Oranjevereniging medegedeeld.

Met de Oranjevereniging is over alle te ondernemen activiteiten, behalve de dropping, vroegtijdig gesproken aldus burgemeester Don Bijl in de afsluiting van zijn brief aan de Oranjeverenging. Was er wel vroegtijdig over de dropping gesproken, dan was er voldoende tijd geweest om tot een weloverwogen besluit te komen. Nu ontbrak die tijd.

In de brief aan de Oranjeverenging spreekt burgemeester Bijl ook uit dat hij het betreurt dat de Oranjeverenging de lokale media gezocht zou hebben. Uit de eerste hand kunnen wij mededelen dat het de redactie van de Webkrant was die voorzitter Martin Wever gebeld heeft, nadat een gerucht rond de dropping ons bereikt had. De Oranjeverenging heeft niet zelfstandig de pers gezocht.