WIJDEMEERSE WEBKRANT
.
Democratie boven Christendom
Loosdrecht, 31 december 2011

Hieronder treft u de het stuk aan dat Liesbeth Siderius schreef naar aanleiding van de afspraak met Cor Koster.

ingezonden brief

Verleden opgenomen in heden: democratie boven het christendom

Een democratie is een samenleving waarin het volk ‘zichzelf regeert en vrijelijk zijn meningen en wensen kan uiten’. De Nederlandse democratische samenleving geeft ons vrijheid en beschermt ons zoals overeengekomen in een structuur, een geheel van met elkaar samenlevende mensen, de maatschappij. Wetten en regels, bestuurlijke organen zijn de basis van de samenleving. De Nederlandse maatschappij heeft zijn ankers in het oude Griekse en Romeinse leven van enkele honderden jaren voor de geboorte van Christus. Het wordt ook wel de westerse maatschappij genoemd. In ruim 2000 jaar is deze samenleving geëvolueerd tot wat het nu is. Geloofsinvloeden spelen ook heden ten dage een belangrijke rol.

Daar tegenover staan de invloeden van wetenschap. Wat iedere burger waarneemt en vertaalt in zijn eigen ‘zijn’ als deel van de samenleving bepaalt het geheel – de maatschappij.
Ook genetisch gezien hebben de volken levende in het gebied dat we Europa noemen veel overeenkomsten. De huidige bevolking van Europa stamt in essentie rechtstreeks af van de allereerste bewoners uit het paleolithicum , de oude steentijd: 2,5 miljoen- tot 300.000 jaar geleden. In dat opzicht is de westerse samenleving die wij kennen relatief jong.

Wat kunnen we leren van de filosofie als ‘spiegel’ van onze maatschappij?

Ge kunt niet kennen wat niet bestaat – dat is onmogelijk – noch het uitspreken; want wat kan worden gedacht kan bestaan’ ( Parmenides, 450vChr). Deze stelling illustreert het denkvermogen van een individu vertaald naar een ‘algemeen’ intermenselijk concept. Het waarnemen met de ons gegeven zintuigen wordt niet onderscheiden van een gedachtegang van het individu. Terwijl ook ieders individuele gedachtegang bepaald wordt door onze aanleg: ons persoonlijk vermogen tot denken net als perceptie via de zintuigen. Het gaat daarbij niet alleen om het vermogen tot denken maar ook om het percipiëren van de wereld om ons heen. Iemand met een manisch-depressieve aanleg zal in een andere omgeving waarnemen dan een persoon met ADHD karaktertrekken.
Het vermogen tot geloven als iets wat gedacht kan worden te bestaan is individueel bepaald. De vraag is: mag en kan een samenleving individuen opleggen te geloven? En op basis van welke objectieve gegevens zou zo een geloof dan moeten bestaan?

In 440 voor Christus waren het de atomisten Leukippos en Demokritos, tijdgenoten van Sokrates, die standpunten innamen die veel weg hebben van de huidige natuurwetenschappen. Zij meenden dat alles bestaat uit atomen, die fysisch ondeelbaar zijn, dat de atomen onvernietigbaar zijn en dat er een onnoemelijk aantal atomen zijn. In die tijd was er geen scherp onderscheid tussen empirische waarneming en logische redenering. Eigenschappen als gewicht, dichtheid en hardheid zouden volgens Demokritis en Locke toegeschreven moeten worden aan het object - de wetenschappelijke beschrijving - en niet aan onze persoonlijke zintuigelijk, waaronder ook mentaal, waarnemingsvermogen.

Zo zijn wij als mens zelf onderdeel van een voor onze waarneming oneindig geheel: we kennen de kleinste en grootste dimensies van de werkelijke onderdelen van ons bestaan niet. Hoe verhouden de atomen zich tot elkaar in ons lichaam, waarom en op basis waarvan denken wij, hoe is de aarde ontstaan en het leven op aarde? Onze menselijke natuur geeft ruimte voor geloof. Ook voordat Christus intrede deed in de maatschappij die wij geadopteerd hebben.

Is God natuur of is natuur God?

God is oneindig. Zo ook alle mogelijke gedachten van mensen op aarde in tijd en plaats. Is God natuur of is de erkenning van de oneindigheid een vertaling naar ons idee over God? Hierover kunnen we kort zijn: slechts het vaststellen is voldoende. Immers ieder individu zal en kan daar een eigen waarde aan geven.
De vraag is: mag in een maatschappij de ‘Godgedachte’ opgelegd worden? In de westerse maatschappij heeft het geloof in de persoon van Christus vorm gegeven aan de stelling van Parmenides. De geschriften (Bijbel) geven een houvast, het bewijs wordt geleverd. Wat wij denken, denken anderen ook en wordt daarmee tot waarheid verheven. Maar waar is het bewijs? Grotendeels zal dit bewijs te vinden zijn bij onszelf, ons denkend vermogen, beïnvloed door een eeuwenoude maatschappij.

Loosdrecht anno 2012

We kennen een zevendaagse week en in een jaar 52 weken. Lang voor Christus was de zevendaagse week in het Sanskriet al vastgelegd. Het christendom heeft aan de zondag een dag van rust toegekend. Men zou voor een dag rust ook nietchristelijke argumenten kunnen vinden.

De vraag is of een bestuurder in ons democratische stelsel zijn persoonlijke geloofsnormen, zijn ‘God gedachte’, mag laten overheersen. Zou dit zijn uit oogpunt van vertegenwoordiger van een politieke stroming die zich committeert aan de Bijbel, maatschappelijke vertaling van een niet objectiveerbaar geloof, dan was het te aanvaarden. Is het te rechtvaardigen om een gedachte ontstaan uit een individueel geloof te vertalen in een algemeen maatschappelijke regelgeving? Daarmee wordt immers ieders eigen perceptie van de werkelijkheid, de vrijheid in denken, genegeerd. De zondags winkelopening discussie zou niet gedomineerd moeten kunnen worden door persoonlijke geloofsoverwegingen.

Liesbeth Siderius
31-01-2012

De plaatsing van een bericht gebeurt conform de regels en condities die de WWK daarvoor hanteert.

 

 

 

editor
Rik Jungmann
RSS feed van de WWK.  Volg de WWK op Twitter
reageer