persbericht

W.J. Fecken

De heer W.J. Fecken uit Kortenhoef (71), Lid in de Orde van Oranje-Nassau

Al van jongs af aan heeft de heer Fecken een brede belangstelling. Als amateur historicus mag hij zich graag begeven in archieven om dingen die zijn aandacht trekken tot in de puntjes uit te zoeken. Zo heeft hij zich ingezet voor het opknappen en onderhouden van de graven op de oude joodse begraafplaats aan de Koninginneweg in Kortenhoef. Hij heeft gezorgd dat alle graven weer van een naam voorzien zijn. De grafstenen zijn geïnventariseerd in het boek ‘Het Stenen Archief’ dat mede tot stand kwam door de heer Fecken. De vele uren die hij heeft doorgebracht in allerlei archieven resulteerden in drie boeken waarmee hij landelijke bekendheid kreeg en die van grote waarde zijn voor de historische kennis van de gemeente: ‘De Joodse gemeenschap in ’s-Graveland’, ‘Ignotia van ’s-Graveland’ en ‘’s-Graveland in Vuur en Vlam’.

Dankzij de bevlogenheid van de heer Fecken staan de historische namen van de bruggen in  Kortenhoef op de bruggen vermeld, is de voormalige joodse synagoge in ’s-Graveland voorzien van een gedenkplaat en is het archief van de begraafplaats van de H. Antonius van Padua Kerk aan de Kerklaan te Kortenhoef volledig. Ook het oude theekoepeltje aan de Leeuwenlaan in ’s-Graveland is mede door zijn inspanningen helemaal opgeknapt en toegankelijk gemaakt voor het publiek. De heer Fecken publiceert regelmatig in de periodiek van de Historische Kring over allerlei wetenswaardigheden uit Kortenhoef en ’s-Graveland. Sinds zijn pensionering in 2000 is de heer Fecken actief voor SV ’s-Graveland. Hij is een waardevolle vrijwilliger waar de club zeer blij mee is. Hij verricht er allerlei werkzaamheden: zoals het aanleggen van paden, reparaties aan het clubgebouw en het opknappen van het veld. Daarnaast traint hij al 12 jaar met veel enthousiasme de Trimgroep Hilversum Zuid. Mevrouw Fecken werkt in de thuiszorg. Het komt regelmatig voor dat meneer Fecken klusjes doet voor hulpbehoevende ouderen waar mevrouw werkt.

Het Kapittel voor de Civiele Orden kwalificeert hem als ‘iemand die zich geruime tijd ten bate van de samenleving heeft ingespannen of anderen heeft gestimuleerd en werkzaamheden heeft verricht die voor de samenleving een bijzondere waarde hebben.’