Artikel van de hand van Herman Stuijver
Na 125 jaar wordt Horstermeer weer wat natter
Adviescommissie komt in 2007 nog met concreet plan
door: Herman Stuijver
NEDERHORST DEN BERG - Op 17, 18 en 19 augustus vieren de Horstermeerders het feit dat hun polder 125 jaar geleden werd drooggelegd. Maar of de polderbewoners links en rechts van de Middenweg zich met geestdrift in het feestgewoel zullen storten, is de vraag. Want in de nabije toekomst zal ongeveer 40% weer veranderen in plas-drasgebied. In ieder geval heeft de adviescommissie, die het plan vorige week donderdag aan een vol Spieghelhuys presenteerde, beloofd dat ze het geheel zullen toetsen aan de drie D's: Duidelijk, Droog en Duurzaam.
De commissie onder voorzitterschap van Vleutenaar Jan Kienhuis bestaat uit drie leden van de bewonersvereniging Horstermeer, burgemeester Bijl en afgevaardigden van Natuurmonumenten, Waterschap AGV, WLTO, OCW en de Dienst Landelijk Gebied. Jos van Brussel van de provincie Noord-Holland was als woordvoerder in ieder geval duidelijk. Zijn presentatie gaf in een aantal stappen een aanzet voor een plan dat eind 2007 klaar is. Duidelijk werd ook dat hierna geen nieuwe varianten zullen volgen.
Doelen en resultaat Het plan om een deel van de Horstermeerpolder natter te laten worden heeft een vijftal doelen. Uit de Ankeveense en Kortenhoefse plassen wordt jaarlijks zo'n 30 miljoen m³ water weggezogen, dit waterkort moet worden verminderd. Daarnaast wil men nieuwe natuur creëren die voor 250 ha. uit nat rietland bestaat en voor 70 ha. uit droge natuurgrond. Daarmee kan men tegelijkertijd de recreatie bevorderen door de aanleg van fiets- en wandelpaden, op de afwatersloten zou ook gekanood kunnen worden. Voor de overblijvende agrariërs zal duurzame landbouw worden bevorderd. En waarschijnlijk het allerbelangrijkste doel is dat de natte gebieden gebruikt kunnen worden voor waterberging. Met het veranderend klimaat zal er meer ruimte gemaakt moeten worden voor overtollig water, voor Wijdemeren ligt er een taak om 830.000 m³ op te slaan.
In een simpel schetsje liet Jos van Brussel zien dat de verschillende doelen goed te combineren zijn. Het landschap wordt als het ware in twee groepen verdeeld, die door dijkjes van 1 à 1,5 m worden gescheiden. Aan de rand van de Vechtplassen komt een hoog waterpeil, met nat rietland, in het centrum waar bedrijven zijn gevestigd, landbouwers werken en mensen wonen een laag peil. In tijden van een hoog wateraanbod kan in de natte gebieden het waterpeil fluctueren. Concreet kunt u op het kaartje het resultaat zien, waarbij er drie natte zones zullen komen. Als het plan uiteindelijk uitgevoerd is, zal dat 60% minder watertekort in de Vechtplassen opleveren en blijft er voor de landbouw, vooral in het zuidwesten van de polder, een aaneengesloten landbouwgebied over.
Het is de bedoeling dat de overheid grond zal aankopen, nu is al ± 200 ha. in bezit, dat moet dus meer worden. Alles op basis van vrijwilligheid, op vragen vanuit de zaal benadrukte Van Brussel dat er van onteigening geen sprake zal zijn. Grond ruilen kan ook.
Korenwolven De bewoners van de Horstermeer zijn niet blij met het plan, hoewel er geen stormvloed aan kritiek vanuit de zaal rolde. Martin Vuyk verwoordde het cynisme ten opzichte van de hogere overheden treffend door een vergelijking te trekken met beschermde dierensoorten " Ik weet zeker dat er als er 1000 korenwolven hier zouden rondlopen dat de provincie niet met zo'n plan op de proppen zou komen. Duizend mensen die natte voeten kunnen oplopen, tellen zeker niet". De bewoners begrijpen niet waarom nu juist hun polder bestemd wordt als waterberging. Ze hebben het gevoel dat zij de problemen van Wijdemeren moeten oplossen, ook wat betreft de verdroging van de Ankeveense en Kortenhoefse plassen, meldde Patricia Nieuwendijk, de secretaris van de bewonersvereniging. Ook hebben ze hun twijfels over de onderzoeksresultaten van bureau Haskoning die ten grondslag liggen aan het plan. Jos van Brussel zei dat de commissie bereid was om mee te werken aan een second opinion, TNO zou dat kunnen doen.
Als je de polderbewoners wil betrekken in een natuurplan, dan moet altijd eerst het obstakel van natuurbeheer worden omzeild. Ook nu bleek dat velen in deze contreien een diepgeworteld wantrouwen hebben ten opzichte van Natuurmonumenten. Mensen hebben het gevoel dat deze organisatie met hun omvangrijke grondbezit in onze dorpen teveel macht heeft. Daarbij komt als voornaamste verwijt naar voren dat Natuurmonumenten een slecht beheer zou voeren, zeker in de ogen van landbouwers. Nu ging het ook over distels en berenklauw die overlast zouden bezorgen.
Meneer Ruitenbeek had in de dertiger nog meegemaakt dat de toenmalige Heidemaatschappij plannen had uitgevoerd om het tuinbouwgebied rond de NERA beter in te richten. Met rampzalige gevolgen voor de tuinders, waardoor het gebied veranderde in een 'rimboe'. Met zijn betoog wilde hij eigenlijk duidelijk maken zeer bezorgd te zijn over ingrepen in de polder die onomkeerbaar zijn.
Er waren nog meer vragen vanuit de zaal. Zo kwam Leon Smits met een hydrologisch verhaal dat erop neer kwam dat het brakke kwelwater juist zou opdringen naar de woongoot, ook zou er behoorlijk veel arceen bij zitten. Dat had te maken met verouderde cijfers over grondweerstanden. Jos van Brussel gaf een adequaat antwoord, waar hij een schetsje van grondwaterstromen van het hele Gooi bij betrok. De gevaren zouden door grotere afstanden en de zeer lange 'doorstroom'tijd vrijwel nihil zijn.
Duidelijk, droog en duurzaam De bewonersvereniging Horstermeer zit in de adviescommissie, omdat ze de garantie hebben dat 'duidelijk, droog en duurzaam' de belangrijkste voorwaarden zijn. Eind 2007 zal het definitieve plan worden gepresenteerd. Dan zijn ook de grenzen van het natuurgebied duidelijk (de lijnen op het kaartje zijn dus nog niet zeker). Vervolgens zal de provincie in 2008 de begrenzing officieel vaststellen, de gemeente zal een nieuw bestemmingsplan opstellen en het waterschap zal het waterpeil in een besluit vastleggen.
Voordat het eerste water de polder in zal stromen, zullen er dus nog stapels papier moeten worden doorgeworsteld. Er komen nog metingen, onder andere om een zogenaamde 'nulstand' vast te leggen. Bij eventuele schade kunnen bewoners terecht bij het Waterschap, dat regelmatig het peil zal controleren.
Hoe de Horstermeerpolder er bij het 150-jarig jubileum bij zal liggen, weet niemand. Maar hopelijk hebben de 1000 polderbewoners tegen die tijd nog steeds droge voeten, verdienen de ondernemers een goede boterham met hun bedrijven, zullen de boeren nog steeds hun koeien melken, zijn de huizen nog evenveel waard en kunnen dagjesmensen in een kano genieten van de grutto's (en slikken ze hopelijk niet al teveel knutten naar binnen). |